Zelfs journalisten hebben mij erover gebeld. Bezoekers informeren er bezorgd naar en er zijn zelfs mensen die er een teken van aftakeling in zien. Wat is er toch aan de hand in de Bush?
Wat hebben de planten in de Bush toch dat de bladeren verkleuren? Verdorren ze massaal of zijn ze ziek?
Al geruime tijd zien we inderdaad steeds meer bladeren in de Bush een bruinige kleur krijgen. Het begon in de omgeving van de waterval waar het spatwater gestaag over de planten waait. De bladeren zijn daar bijna altijd nat of vochtig, net zo als het hoort in een regenwoud. Ze zijn daaraan helemaal aangepast. Sommige planten hebben overigens iets gevonden om het water weer snel kwijt te raken: een waterafstotende opperhuid of een druppelpunt aan het uiteinde van het blad die het water druppelsgewijs versneld af laat vloeien of zelfs een gootstructuur in de middennerf. Andere moeten het meer van de verdamping hebben en blijven veel langer vochtig.
Die vochtige bladeren vormen in het bos een soort kleefplankjes: alles wat langs komt waaien en niet te zwaar is, blijft eraan plakken. Zo verzamelt zich er fijn vuil maar ook sporen en eventueel zaadjes kunnen in het waterfilmpje terechtkomen. En die laatsten kunnen er vervolgens dan ook kiemen. Het kleefplankje wordt nu dus een zaaikistje. Wanneer het regenwater voldoende voedsel meevoert kunnen de organismen die zich op het natte blad hebben gevestigd ook werkelijk gaan groeien. Zo kan een blad begroeid raken met allerlei micro-organismen als bacteriën, schimmels en algjes die langzaam een milieu laten ontstaan waarin steeds meer voedingsstoffen opgehoopt kunnen worden zodat er weer andere planten kunnen gaan groeien zoals korstmossen, mossen en zelfs kleine kruidachtige plantjes en varentjes. Het zaaikistje wordt nu een tuintje. De planten in zo’n tuintje op een blad worden door biologen ‘epiphyllen’ genoemd. Je zou dat kunnen vertalen met ‘op-bladigen’, dus planten die op een blad groeien.
U zult begrijpen dat er wel wat tijd overheen gaat voordat zo’n tuintje er aardig uit gaat zien en omdat veel bladeren maar een beperkte levensduur hebben, verdwijnt het hele pakket meestal al voortijdig in de humuslaag onder de boom of struik. Het kan pas iets worden wanneer de bladeren lang blijven zitten en dat doen ze dan natuurlijk ook alleen maar wanneer ze geen last van de epiphyllen hebben. Ze moeten er niet ziek of rot van worden. Merkwaardigerwijs blijven ze meestal kerngezond. Wanneer je de epiphyllen van het blad afwrijft, blijken ze zich niet in het blad verankerd te hebben. Er komt een gaaf, groen blad onder te voorschijn! Blijkbaar is het blad bestand tegen de ‘diefstal’ van licht door zijn bewoners. Een geluk dat de huidmondjes hoofdzakelijk aan de onderkant van het blad zitten zodat de ademhaling gewoon door kan gaan.
Wanneer we in de Bush een natuurgetrouw beeld van een tropisch regenwoud willen geven, horen die epiphyllen er dus wel degelijk bij en we zijn dus ook best wel blij dat onze bladeren begroeid raken. Sterker nog: het zou best nog wel wat meer mogen!
Doordat we onze bezoekers overdag een tropische regenbui zoveel mogelijk besparen, is de vochtigheid van de Bush niet constant. Overdag ontstaan er daardoor gebieden met een lage vochtigheid en drogen bladeren dus op. De epiphyllen die dit overleven zijn vooral verschillende algensoorten. Die verspreiden zich via sporen en kunnen zich dus op veel bladeren vestigen. Zij geven de bladeren die bruinige kleur. Wanneer het constant nat zou zijn, zou de successie-reeks worden voortgezet en er een veel gevarieerdere begroeiing ontstaan maar o.a. door de regelmatige periodes van droogte komt het momenteel nauwelijks verder. Jammer.
Hoewel schimmels en algen niet veel voeding nodig hebben, moeten ze toch wel bouwstoffen opnemen. Een deel komt van de gastheer. Het water dat langs de twijgen loopt of van bladeren hogerop afdruipt, voert kleine hoeveelheden opgeloste stoffen mee die afkomstig zijn van organische resten die zich overal op de planten bevinden (dode plantendelen, uitwerpselen, dode diertjes, enz.). Daarnaast bleek uit onderzoek van ons sproeiwater, dat we uit de bodem oppompen, dat dit bepaald geen zuiver water is. Een liter grondwater bevat bij ons meer dan twaalf milligram nitraat. Dat is verrassend veel wanneer u weet dat het aquariumwater voor onze koralen nog geen milligram per liter bevat en bijvoorbeeld de tunnelbak in de Ocean na een jaar nog maar zo’n zes milligram nitraat per liter bevat. Nitraat is hier een stof die door bacteriën uit de afvalstoffen van de vissen wordt gevormd en als u weet dat in de tunnelbak o.a. een flinke haai, enkele forse roggen en zo’n honderd kleinere vissen zwemmen, is twaalf milligram in het grondwater dus erg veel. Het sproeiwater in de Bush blijkt dus onbedoeld voor een dagelijkse bemesting te zorgen. Het is daarom niet zo wonderlijk dat de bladeren snel begroeid kunnen raken.
Sinds april vliegen er twee opvallende nieuwe vogels in Burgers’ Bush. Het gaat om twee mannetjes zw…
27 augustus 2024
Het jaarthema van 2024 van de Nederlandse Verenging van Botanische Tuinen luidt ‘insecten’. Een soor…
19 februari 2024
Een dierentuin is een boeiende organisatie. De meest uiteenlopende dieren en planten moeten goed ver…
12 januari 2024