Toen ik ze voor het eerst in het grote haaienbassin zag zwemmen, heb ik tijdenlang ademloos staan toezien. Wat een prachtige dieren zijn draadmakrelen toch!
Het waren de eerste vier die op proef hun quarantainebassin uit mochten. Daar hadden ze geruime tijd gezeten om wat te groeien want bij aankomst waren het nog maar acht magere miezertjes. In ons originele collectieplan hadden we ze in het tunnelbassin gedacht maar bij nader inzien vonden we ze daar toch niet geschikt voor. Ze worden uiteindelijk toch wel erg groot (meer dan een meter) en wellicht konden ze daarom beter in het grootste bassin. Maar daar zwemmen haaien en als die graag draadmakrelen lusten, zou dat op zijn zachtst gezegd erg jammer zijn. We hebben echter de haaien eigenlijk nog nooit een visje zien vangen en vandaar dat we de stoute schoenen maar hebben aangetrokken en het groepje van acht in twee fasen hebben overgeplaatst. Het ging goed.
Nu zwemt er dus een schooltje van acht van die schitterende dieren langs het koraal. Ze zijn enorm plat en hebben de kleur en glans van opgepoetst zilver. Hun kop is eigenlijk wanstaltig: de grote ogen zitten erg hoog en het lijkt alsof ze een groteske lange rechte neus hebben die streng naar beneden wijst. Ze krijgen daardoor iets hooghartigs. In het Caribische gebied leven vissen die er erg op lijken en daar ‘look-downs’, neerkijkers, worden genoemd. Dat doen draadmakrelen ook. Ze zwemmen statig en beheerst, bijna aristocratisch, allemaal dezelfde kant op. Keert er een, dan keren ze allemaal vrijwel tegelijk. Militairen moeten hier lang op oefenen.
Waarom heten ze nou draadmakrelen? Wel, de rug-, buik- en borstvinnen zijn verlengd en alle vinstralen lopen buiten de vin uit in een lange flexibele draad. Die draden zijn prachtig blauwzwart en worden als exact horizontale strepen achter de vis aangetrokken. Het lijkt daardoor net of er een soort lege notenbalken door het water glijden. Fantastisch! Het wonderlijke is dat je de draden soms nauwelijks ziet en dan ineens zijn ze er weer heel duidelijk, blauw oplichtend.
Toch zal dit schouwspel geen stand houden. Niet dat we verwachten dat de vissen het niet zullen overleven maar omdat wanneer ze ouder worden de draden zullen gaan verdwijnen. Het is een jeugdkenmerk van deze soort. Biologen noemen dit verschijnsel leeftijdsdimorfie: een jong dier heeft dan een volslagen ander uiterlijk dan het volwassen dier, zo sterk zelfs dat ze niet eens op elkaar lijken en soms als aparte soorten zijn beschreven. Dat komt wel bij meer vissen voor. De jongen lijken dan vaak op een gevaarlijke soort en zijn zo beter beschermd, of ze lijken zelfs op een afgewaaid boomblad! Maar waar lijkt deze draadmakreel dan op? Ik zou het niet weten.
Waarom hebben ze nou die prachtige versierselen? Het zal niets te maken hebben met seksualiteit of voortplanting want eenmaal volwassen zijn de draden weg. Een aanpassing om signalen te geven misschien? Ook niet waarschijnlijk want ze kunnen niet actief bewogen worden, ze volgen de vis passief en de vis zelf is glanzend en goed zichtbaar. Een zintuig om bijv. waterbewegingen waar te nemen? Daarvoor hebben vissen zintuigen in het zijlijnorgaan en er zijn ook geen aanwijzingen dat ze op een speciale manier op stromingen reageren. Afleiding voor achtervolgers? Camouflage van de vissenvorm? Kortom, ik weet het niet en kan er in de boeken ook niets over vinden. Gelukkig heeft de natuur nog vele raadselen en deze puzzel is nog mooi ook.
Foto: Хомелка (cc)
De jonge luipaardhaai die op 5 januari 2024 uit het ei is gekomen, is het resultaat van ongeslachtel…
5 augustus 2024
De collectie in de ‘Kleine Oceaan’ – het bassin aan de linkerhand vóór de roggentunnel - heeft naast…
30 mei 2024
Dinsdag 12 maart 2024 vertrekken 82 zachte koralen, 5 steenkoralen en 6 zeeanemonen vanuit onze dier…
12 maart 2024