Vaste bezoekers zij er al op voorbereid maar als je voor het eerst in mei of juni de Desert bezoekt, weet je niet wat je overkomt. Wat een prachtige bloemenweelde! Al die eenjarige kruiden die als een dicht bloementapijt de bodem overdekken.
In de vorige ZieZoo hebben we al een voorberichtje gegeven en nu moeten we helaas al weer een nabeschouwing geven want het bloeiseizoen duurt maar kort. Dat wil zeggen, het hoogtepunt van de bloei, want er gaan nog heel wat planten langer door met bloeien. Veel cactussen en struiken blijven langer in bloem of beginnen zelfs later. Ook agaven en yucca’s houden hun merkwaardige, metershoge bloeistengels maandenlang. Maar het was dit jaar weer een geweldig succes en de pittige klus van het inplanten van de vele honderden plantjes is ruimschoots beloond.
Elk jaar leggen we uit waarom we de plantjes niet in de Desert zelf op laten groeien en wijzen dan op klimatologische factoren en dieren die zaden dan wel blaadjes en knoppen eten. Maar er komt echt nog wel meer bij kijken. Wanneer de plantjes er eenmaal staan, is het niet genoeg om ze alleen maar water te geven. Het blijkt dat er voorspelbaar na korte tijd een ware plaag op gaat treden van Californische tripsen, insecten die veel schade aan de planten kunnen toebrengen. Gedurende het jaar worden ze bestreden met roofwantsen en roofmijten maar tijdens de bloei van de eenjarige kruiden houden deze de explosieve groei van de tripsen niet bij. Er moest dus aan extra maatregelen worden gedacht.
Tripsen lusten graag stuifmeel en daarom reageren ze sterk op bloemkleuren. Vooral geel en blauw zijn favoriet. Daarnaast is er in de wintermaanden maar een beperkt aantal van deze diertjes aanwezig en het aantal bloemen is vrijwel nul. Als we iets wilden doen, zouden we dus al vroeg kunnen beginnen om de populatie zo klein mogelijk te houden.
Het eerste idee was om in februari gele potchrysanten in de Desert te plaatsen om in deze bloemen de tripsen weg te vangen en ze met plant en al te vernietigen. Maar helaas waren er toen geen bloeiende planten verkrijgbaar. In maart lukte dit wel maar er kwam nauwelijks iets op af. Zou er zo weinig trips aanwezig zijn? Het volgende idee was blauwe plakstroken op te hangen met eventueel wat stuifmeel erop als lokkertje om ze later volgeplakt met trips weer te verwijderen. Maar dit plan leek bij nader inzien niet erg realistisch. Op deze wijze vang je maar een heel klein deel van de populatie weg maar je hebt dan natuurlijk wel een goede aanwijzing over het aanwezig zijn van trips. Deze kaartjes hebben zo goed als niets opgeleverd. Maar er waren er natuurlijk wel degelijk heel wat en intussen was het al april en het inplanten van de kruiden stond voor de deur.
Een volgende stap was het spuiten van schimmelsporen die de tripsen moeten infecteren waarna ze aan schimmel overlijden. Voor andere dieren zijn deze sporen ongevaarlijk. Maar ze blijven maar korte tijd levensvatbaar en je moet de trips wel raken want anders gebeurt er niets. Dat wil zeggen dat je eigenlijk moet wachten totdat de bloemen al vol zitten met trips. En dan blijkt dat er veel bloemen zo gebouwd zijn dat de opening bijvoorbeeld van onderen zit of dat de kroon nauwelijks open gaat en je er dus niet goed in kunt spuiten. Toch is de behandeling 2 maal uitgevoerd. Het resultaat was niet bepaald opwindend. De tripsen zaten nog overal maar de plantjes hebben wel degelijk mooi gebloeid. Intussen wordt er naarstig nagedacht over weer een volgende zet in dit biologisch schaakspel.
In de Desert gebeuren natuurlijk nog wel meer dingen. Zo zijn er bijvoorbeeld Arizona Kardinalen als nieuwe diersoort losgelaten en hebben we weer lammetjes bij de Dikhoornschapen. Een van de caracara’s heeft u wellicht een tijd gemist. Deze is uit de Desert verwijderd omdat hij in de gaten had gekregen hoe hij tussen de flappen door zijn canyon kon verlaten. Deze slimme vogel gunnen we natuurlijk alle goeds maar we zien hem toch liever niet vrij in de Desert waar hij hagedissen en bijvoorbeeld jongen vogels zou kunnen verschalken. Omdat hij het kunstje al eens eerder had geleverd, moesten we besluiten hem (tijdelijk?) te verwijderen.
Omdat het paar al eens voor een nakomeling had gezorgd, was het natuurlijk niet leuk om ze uit elkaar te halen. Maar er wordt nu onderzocht of we het dier ergens kunnen ruilen tegen een volwassen seksegenoot.
Bij de Gilamonsters hebben we ook wat beleefd. Het vrouwtje vertoonde langere tijd een enorme graaflust terwijl ze er erg zwanger uitzag. Toch kwam het niet tot eieren leggen. Het mannetje werd voor de zekerheid tijdelijk uit het hok gehaald, de temperatuur werd opgeschroefd en de zandbak nog eens extra verzorgd en bevochtigd zodat niets het leggen in de weg stond. Gilamonsters zijn hagedissen die maar zelden in dierentuinen worden gehouden en de kweekresultaten zijn bedroevend slecht. Daarom waren we in dit geval nog meer dan anders sterk betrokken bij dit vrouwtje. Na een paar weken nam de graafactiviteit sterk af maar de omvang van het dier niet.
Schijnzwangerschap? Een röntgenonderzoek wees echter duidelijk uit dat ze wel degelijk eieren bij zich droeg. Dus nog maar weer even gewacht. Ondertussen verstreek de tijd en werden we steeds ongeruster.
Omdat het voor ons de eerste keer was dat we een zwanger gilamonster hadden, voelden we ons niet zo zeker van onze zaak. Wat is bij dit dier normaal? Daarom hebben we met twee dierentuinen contact opgenomen die wat meer ervaring hadden en die berichten geheel verschillend. De een meende dat het waarschijnlijk aan de bodem lag en adviseerde ons voorzieningen die we al lang hadden gerealiseerd terwijl de andere aan de veterinaire noodklok hing en ons onmiddellijk een veterinaire ingreep adviseerde.
De laatste had gelijk. De dierenarts heeft haar voorzichtig geopereerd en vond de zes eieren (wat we al wisten) maar wat erger was, was dat de eileiders aan beide kanten eigenlijk totaal verrot waren. Het was een wonder dat het dier nog leefde en elke dag gewoon at alsof er niets aan de hand was. Het was een hevige teleurstelling want als ze de operatie al zou overleven, ze zou nooit meer zwanger worden.
De eieren zijn tegen beter weten in toch nog in de broedmachine gelegd maar een paar weken later moesten ze toch worden weggegooid. Het moedertje herstelde wonderbaarlijk en eet ouderwets. Gelukkig hebben we haar hier niet aan verloren. Maar voor de o zo gewenste jonge gila’tjes zullen we een nieuw vrouwtje moeten gaan zoeken.
In deze nieuwe reeks artikelen beschrijven we voorbeelden van camouflage in het dierenrijk. Er zijn…
26 januari 2023
Bezoekers in de Desert reageren meestal met een mengeling van bewondering en ontzag als ze de kalkoe…
24 november 2022
De Noord-Amerikaanse boomstekelvarkens hebben in de Desert hun intrek genomen in het voormalige verb…
17 november 2022