Eindelijk is het zover: er zijn jonge wrattenzwijntjes geboren. Zowel het jonge vrouwtje 'Chati' dat anderhalf jaar geleden uit Blijdorp arriveerde als één van de oudere vrouwtjes van het oorspronkelijke trio dat we in 1997 uit Antwerpen ontvingen gebruikten hun werphok eindelijk waarvoor het gemaakt is.
De een kreeg vier jongen, de ander twee, waarvan er helaas ééntje al kort na de geboorte spoorloos verdween.
Het is niet de eerste keer dat er in Burgers Zoo' wrattenzwijnen geboren worden. In de beginjaren van het Safaripark lukte het daar ook al een paar keer. Later kwamen er ook nog wrattenzwijnen in het dierenpark, waar ze afwisselend in diverse verblijven te zien zijn geweest, maar toen geen jongen kregen. Ook in andere dierentuinen verdwenen wrattenzwijnen geleidelijk uit de collecties tot er nog maar weinig in Europa over waren.
Het was een samenloop van verschillende gebeurtenissen die er uiteindelijk toe leidde dat het inmiddels al weer wat oudere trio vanuit Antwerpen naar ons toe kwam. We hadden rond die tijd onze fokstier bij de witte neushoornkudde in het safaripark verloren. We hebben toen 'Henkie', de neushoornstier die tot dan toe met wisselend gezelschap van diverse neushoorndames in het oude neushoornverblijf in het dierenpark had geleefd, overgebracht naar het Safaripark om hem daar een kans te geven voor nageslacht te zorgen, wat overigens nooit gelukt is. Het oude neushoornverblijf kwam leeg te staan, en we zochten er dus een nieuwe bestemming voor.
In dezelfde periode werden we benaderd door onze collega's uit de dierentuin van Antwerpen, die hoopten een klein groepje dierentuinen te vinden om samen een speciaal project mee op te starten. Het betrof een project in Gambia in een gebied waarin wrattenzwijnen in ruime aantallen leefden en zelfs voor problemen zorgden. Uit zorgvuldig geselecteerde werpholen werden enkele biggen 'geoogst' en via de Antwerpse Zoo over de vier deelnemende dierentuin verspreid. In ruil daarvoor stortten die dierentuinen een bedrag in een speciaal opgezet fonds ten behoeve van natuurbeschermingsprojecten in Gambia, zoals het Abuko Nature Reserve, met een opvangcentrum voor wilde dieren en het enige natuureducatiecentrum in Gambia. Als de dieren voor nageslacht zouden zorgen, zouden de jongen naar andere dierentuinen verhuizen, en zou ook van hen een bijdrage worden gevraagd, enz. Op die manier zou dus een groeiende geldstroom in de richting van de natuurbescherming in Gambia op gang komen.
In Arnhem werd het verblijf aangepast aan de behoeften van deze dieren. Twee lekkere, donkere kraamhokken, met vloerverwarming, mogelijkheid voor een warmtelamp en een spionnetje (zo'n klein lensje) waarmee de verzorgers stiekem in het 'hol' kunnen kijken hoorden daar natuurlijk ook bij. Het trio arriveerde. De beide vrouwtjes zijn zusjes en leefden tot op dat moment al vijf jaar in Antwerpen. Het waren dus eigenlijk voorlopers van het project. Het mannetje was wat jonger, ongeveer drie jaar, en was in de begintijd duidelijk onder de indruk van de toen nog grotere vrouwtjes.
De successen in de vier dierentuinen waarmee het project van start ging waren wisselend. In Antwerpen ging de fok al gauw van een leien dakje en ook in Blijdorp lieten de eerste biggetjes niet lang op zich wachten. Safari Beekse Bergen en Burgers' Zoo kenden meer problemen. Daar wilde het met de fok maar niet lukken. Toch was het belangrijk dat ook de dieren die daar leefden tot nakweek kwamen. Het zijn mogelijke 'founders', dieren die stamvader of -moeder van de toekomstige wrattenzwijnenpopulatie in Europese dierentuinen kunnen worden. Hoe minder 'founders' de basis van een dierenpopulatie vormen, hoe eerder er inteeltverschijnselen zullen optreden. Bij het kleine aantal founders dat als basis dient voor de nieuwe wrattenzwijnen populatie in dierentuinen, is het dus van groot belang dat er zoveel mogelijk dieren als stamouder worden ingeschakeld.
De vrouwtjes in Burgers' Zoo zijn inmiddels al wat ouder en hoewel we al een aantal keren het vermoeden hadden dat er één drachtig was, kwamen er maar geen jongen. Uiteindelijk kozen we ervoor om een jong vrouwtje, geboren in diergaarde Blijdorp, aan ons groepje toe te voegen. Mocht het uitblijven van nakweek tot dan toe liggen aan de beide oudere vrouwen, dan zou de inmiddels volledig uitgegroeide man nu kunnen aantonen dat het aan hem niet had gelegen. In het najaar van 2000 arriveerde 'Chati' , aan het eind van de jaarlijkse paartijd, maar naar ons idee nog wel op tijd. Er gebeurde niets. Geen extra interesse voor elkaar, geen paringen en uiteindelijk, in het vroege voorjaar van 2001 ook geen jongen. Eigenlijk begonnen we de moed op te geven nog jongen van onze 'oude' wrattenzwijnen te krijgen. Om toch aan het kweken te komen, en in een laatste poging de oude dieren te prikkelen, werd voor het volgende fokseizoen besloten een jong mannetje aan de groep toe te voegen. Kort voordat dit dier, 'Biebel' , hier aankwam, vielen ons aan de andere wrattenzwijnen een paar zaken op. Het oude mannetje was agressiever dan ooit en er werden zelfs een paar paringen gezien, 's avonds door verzorgers van een andere afdeling. Met welk vrouwtje dat was, was echter niet bekend. Toch verwachtten we er niet veel meer van. Veel meer verwachtten we van 'Biebel', die we bij het Rotterdamse vrouwtje Chati introduceerden. Ze konden direct goed met elkaar overweg, maar er kwamen geen paringen.
Achteraf is duidelijk waarom er geen paringen kwamen na de komst van Biebel. Chati was al dragend, en tot onze grote verrassing bleek ook 'Ticha', één van de oudere vrouwtjes dragend. Kort na elkaar hebben de beide vrouwtjes jongen geworpen. Chati kreeg er vier en Ticha twee, waarvan er jammer genoeg ééntje kort na de geboorte stierf. De andere vijf jongen maken het tot nog toe uitstekend en hebben fanatieke ouders die hun kroost tegen elke 'indringer' beschermen. Met tien wrattenzwijnen wordt het verblijf nu wel erg vol. We zullen dus op zoek gaan naar dierentuinen die enkele van onze dieren kunnen plaatsen.
Hoe het nu komt dat na al die tijd er nu toch jonge wrattenzwijntjes zijn? We kunnen er eigenlijk alleen maar naar raden. Tijdens de afgelopen paartijd was ons dominante vrouwtje, 'Thais', ernstig ziek. Misschien heeft zij in al die gezonde jaren paringen tussen de man en de andere vrouwtjes in de weg gestaan, of was ze zo dominant dat de man zich niet genoeg 'baas' voelde om tot voortplanting te komen. Het is ook mogelijk dat de komst van Chati in het najaar van 2000 uiteindelijk wel te laat was voor dat fokseizoen, maar in het erop volgende jaar toch nog het gewenste effect heeft bereikt.
In de natuur zondert een drachtig vrouwtje zich kort voor ze moet werpen af. Als enige van alle soorten varkens, werpen wrattenzwijnzeugen in een hol. Ze graven dat hol zelf of gebruiken een bestaand hol, gegraven door een ander wrattenzwijn, een hyena, of een aardvarken. In het hol maakt ze met plantenmateriaal een heerlijk nest. Met haar lichaamswarmte maakt ze het nest heerlijk warm. Geen wonder dat jonge wrattenzwijntjes de eerste dagen zo veel behoefte aan warmte hebben. In de kraamhokken moeten we zorgen voor een temperatuur tussen 30 en 35 graden Celsius! In onze streken worden wrattenzwijnen vrijwel altijd 's winters geboren. Omdat ze zo kougevoelig zijn moeten we dus nog even geduld hebben vóór we ze buiten kunnen laten zien. Dan kunnen we ze met hun antenne-achtige staartjes omhoog achter hun moeder aan zien rennen. Altijd in dezelfde volgorde, want wrattenzwijnen leiden een goed gecoördineerd groepsleven en jong geleerd is oud gedaan.
Vrijdagochtend 26 juli 2024 zijn twee oudere olifantenvrouwtjes vanuit Belfast Zoo (Noord-Ierland) n…
26 juli 2024
Bij het betreden van hun buitenverblijf ontdekken de tien gorilla’s een niet-alledaagse lekkernij. B…
21 november 2023
Zondag 29 oktober 2023 heeft chimpanseevrouwtje Laura een jong gekregen in Burgers’ Zoo. Laura kwam…
30 oktober 2023