Zeven juli 2002 zal de geschiedenisboeken ingaan als de dag waarop de Europese otter weer voet op Nederlandse bodem zette.
Nadat ruim twintig jaar geleden de laatste wilde Europese otter in Nederland werd doodgereden, achtten wetenschappers de kwaliteit van de natuur zoveel verbeterd, dat de otter in ons land weer overlevingskansen had. Dat klinkt heel mooi, maar daarmee is die otter nog niet terug. Daarom is besloten de otter een handje te helpen, door een aantal otters in andere gebieden te vangen en in ons land los te laten. Daarbij maakte men graag gebruik van onze kennis en ervaring met wilde dieren!
De laatste jaren hebben de overheid, maar ook tal van natuurbeschermingsorganisaties als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, miljoenen geïnvesteerd om de natuur weer wat meer kansen te geven. Een van de manieren waarop dat gedaan is, is door verschillende kleine natuurgebieden weer met elkaar te verbinden, door de tussenliggende gebieden ook natuurgebied te maken. Een andere manier is door het aanleggen van verbindingsroutes tussen natuurgebieden, in feite hetzelfde wat we nu met Mata Atlântica doen! Soms kan dat iets relatiefs eenvoudigs zijn, zoals bijvoorbeeld het opvangen van padden rond de Cattepoelseweg en deze in emmers naar de overkant van de weg brengen. Het kan ook wat grootschaliger, door het aanleggen van dassentunnels of wildviaducten, zoals bij Terlet. Op deze manieren worden verschillende gebieden met elkaar verbonden. De afgelopen tien jaar hebben Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer grote stukken land in de kop van Overijssel (omgeving van Giethoorn) aangekocht en langzaam aan de natuur teruggegeven. Dit gebeurde in nauw overleg met de bewoners van dit gebied. Er werd dus gezocht naar een situatie die beter is voor de natuur en ook voor de bevolking gunstig is. Het toerisme is er gestimuleerd, maar wordt in goede banen geleid, waardoor een aantal gebieden ongemerkt is afgesloten voor toeristen en dus een stiltegebied is. Veel boeren werken daar op een ecologische manier, dus met respect voor de natuur en zonder gebruik van allerlei schadelijke middelen.
Daarnaast is er door Alterra, een onderzoeksinstituut voor de groene ruimte, veel onderzoek verricht naar het verdwijnen en terugkeren van allerlei dier- en plantensoorten in dat gebied. Naarmate de waterkwaliteit beter werd, kwamen er steeds meer diersoorten terug en op een gegeven moment kwam men tot de ontdekking dat het gebied eigenlijk weer geschikt was om een populatie otters te huisvesten. Nu is de otter in Europa flink in opmars, omdat ook andere landen veel aan natuurbescherming doen. De otter blijkt niet zo selectief in zijn voedselkeuze en leefruimte en dat maakt een terugkeer wat gemakkelijker. Echter, het zou nog ruim 20 jaar duren voordat de otter op eigen kracht weer in de Weerribben en de Wieden en de Rottige Meenthe gesignaleerd zou worden; om dat proces wat te versnellen, heeft het Ministerie van LNV besloten om otters te gaan vangen in gebieden met een gezonde populatie en die naar Nederland over te brengen.
In totaal wil men proberen in drie jaar tijd in totaal 38 otters in Nederland uit te zetten; dat is genetisch gezien voldoende om de periode van 20 jaar te overbruggen tot er contact is met de otters die nu in Duitsland zitten en hun gebied langzaam uitbreiden. Die otters komen in zes groepjes van vijf tot zeven dieren uit andere gebieden. Voor de eerste lichting is gekozen om otters in Letland en Wit-Rusland te vangen. De otters moeten in Nederland ergens verzameld worden zodat de hele lichting in één keer uitgezet kan worden. Daarna wordt iedere otter een aantal maanden gevolgd om te kijken hoe het hem of haar vergaat. Alterra en het Ministerie van LNV hebben Burgers’ Zoo gevraagd de otters na aankomst in Nederland op te vangen en de gezondheid van die dieren te bekijken.
Op 21 juni kwam de eerste otter uit Letland aan op Schiphol, gevolgd door twee otters uit Wit-Rusland op 28 juni. Omdat het niet lukte om uit die gebieden meer otters te vangen, kwamen er twee Tsjechische otters op 29 juni en twee Zweedse otters op 3 juli bij. Omdat het om wilde dieren ging, hebben we dit bewust niet in de openbaarheid gebracht, want de dieren moesten zeker niet teveel mensen zien. Daarnaast had dat geen zin, want de dieren werden ondergebracht in de quarantaine van Burgers’ Zoo, waar het publiek ze toch niet kan zien. Otters zijn echt nachtdieren en overdag lagen ze dan ook bijna altijd in hun slaapkist. We hebben ze gevoerd met voorn, spiering en zeelt, die voor ons gevangen werd in de buurt van de uitzetgebieden. Het bleken enorme eters te zijn, want hoewel de otters tussen 4 en 10 kilo wogen, aten ze dagelijks bijna een kilo vis per otter! Iedere otter is door onze dierenarts één keer verdoofd. Daarbij hebben we de dieren gewogen en gemeten en de leeftijd geschat aan de hand van het gebit. Daarnaast is bij de dieren een transponder ingebracht, zodat ze altijd individueel te herkennen zijn. Tenslotte is bij alle dieren een zender ingebracht, zodat ze ook op afstand in het wild te volgen zijn. Op die manier krijgen de onderzoekers een beeld van het wel en wee en de activiteiten van iedere otter.
Toen alle otters door onze dierenarts onderzocht waren en alle otters weer helemaal hersteld waren van de ingreep en weer goed aten, was het moment op zondag 7 juli daar, dat de otters losgelaten konden worden. Onder toeziend oog van de Staatssecretaris van het Ministerie van LNV, mevrouw Geke Faber, kozen de zeven otters de vrijheid. En terwijl het grote nieuws op maandag via een persconferentie wereldkundig gemaakt werd, zwommen de zeven otters al rond om een eigen territorium te vinden, gevolgd door een groepje onderzoekers gewapend met zenders en verrekijkers.
Inmiddels zijn de otters alweer ruim twee maanden in vrijheid. De eerste opzet is geslaagd: alle zeven otters hebben de eerste vier weken overleefd. Dat betekent dat ze in ieder geval genoeg te eten vinden. Doordat de otters een zender hebben, is goed te volgen wat ze doen gedurende de dag en waar ze zich ophouden. Het blijkt dat sommige otters veel minder schuw zijn dan wat aanvankelijk gedacht werd. Een otter heeft zelfs een slaapplekje naast een fietspad gevonden! Een andere otter blijkt veelvuldig een kanaal onder een drukke verkeersweg te kruisen. Na een week of vijf is men één otter uit het oog verloren. Waarschijnlijk is haar zender kapot gegaan. In ieder geval is de eerste stap succesvol geweest en nu is het wachten op de eerste jonge wilde Europese otters in Nederland.
Een paar jaar geleden heeft Burgers’ Zoo dezelfde rol vervuld bij de herintroductie van de bever, als nu bij de otter. De komende jaren zullen er nog meer lichtingen otters volgen, maar dan moeten we toch eens gaan bekijken wat we daarna gaan herintroduceren in Nederland. Lynxen, wolven, beren…..?
Indrukwekkende draken, eenhoorns, centauren, boomnimfen, sfinxen, zeemeerminnen en talloze andere be…
5 september 2024
Stichting Future For Nature (FFN), gevestigd in Burgers’ Zoo, zet zich in voor het belang van natuur…
3 september 2024
Vanaf de oprichting van de Europese Dierentuinvereniging EAZA is Burgers’ Zoo al lid van deze organi…
2 september 2024