Zoals u al in maart 2001 heeft kunnen lezen hebben we vorig jaar een indrukwekkende vogelsoort aan onze collectie toegevoegd: een secretarisvogel.
Deze statige, langbenige aristocraat, afkomstig uit Vogelpark Walsrode, heeft destijds een zeer ruime volière tot haar beschikking gekregen. Het verblijf was beplant met allerlei grassen, doornige struiken en wat lage boompjes waardoor er een omgeving werd gecreëerd die veel gelijkenis heeft met een struiksavanne, het natuurlijke leefgebied van de secretarisvogel. Althans een van de biotopen waar deze soort in Afrika in voorkomt. In het wild blijkt de soort zich graag in gebieden met gras op te houden. En die grasgebieden kunnen eigenlijk overal liggen: vanaf de rand van woestijngebieden tot hoog in de bergen.
De spijskaart
Er moet natuurlijk wel wat te eten zijn en dat wil in dit geval zeggen dat er voldoende prooidieren aanwezig moeten zijn. Secretarisvogels zijn namelijk jagers. En wat voor een jagers! Hoewel hun voorkeur uitgaat naar sprinkhanen, kevers en andere grote insecten pikken ze ook graag wel een hagedisje, muis of vogeltje op. Bij ‘vogeltje’ moeten we denken aan bodemvogels en hun kuikens maar ook aan leeuweriken en zelfs duiven. Daarom konden er in het verblijf van de secretarisvogel als gezelschap alleen maar grotere Afrikaanse vogelsoorten worden gekozen zoals de hamerkoppen, van der Deckentokken (een kleine neushoornvogelsoort) en toerako’s.
Maar met bovengenoemde opsomming hebben we de spijskaart nog niet gehad. Ze lusten ook wat grotere zoogdieren als hazen, mangoesten, stokstaartjes en zelfs kleine katachtigen! Bij al die prooisoorten is het van belang dat ze in één hap naar binnen moeten kunnen. Hun snavel is daarom erg breed en eigenlijk daardoor ook erg zwak. Ze kunnen er geen prooien mee verscheuren zoals arenden dat wel doen. Hun slokdarm moet toch ook wel wat kunnen hebben want er wordt zelfs beschreven dat ze hele schildpadden door kunnen slikken. Maar liever slikken ze toch eieren en het is zelfs gezien dat ze het verschil niet opmerkten met een golfbal en die ook maar naar binnen werkten. Toch zijn ze daarmee niet beroemd geworden. Hun populariteit, althans bij de meeste Afrikanen, is toch wel te danken aan het feit dat ze ook slangen eten. En daarbij gaan ze zwaar giftige slangen niet uit de weg.
Jaagwandelen
Als je de vogel ziet staan, valt misschien op dat zijn nek eigenlijk maar kort is in verhouding tot zijn lange poten. Dat heeft als gevolg dat hij niet makkelijk iets met zijn bek van de grond kan oppakken. Hij moet dus bukken of zelfs door zijn poten zakken. Niet erg handig wanneer je een bliksemsnelle slang wilt pakken. Secretarisvogels passen daarom een nieuwe jachttechniek toe die eigenlijk precies het tegengestelde is van wat bijv. reigers doen. Die gaan ergens stil staan loeren en wachten net zo lang totdat er een prooi verschijnt om dan flitsend toe te happen. Secretarissen hebben dat geduld niet en stappen met hun lange, sterke poten dwars door het gras om alle aanwezige dieren op te jagen. Per dag kunnen ze zo wel 20 kilometer jaagwandelen. Als er zich een dier op laat jagen, ziet de vogel hem met zijn kolossale ogen onmiddellijk en gaat er met zijn steltpoten met grote snelheid achter aan en probeert het slachtoffer vervolgens met goedgemikte trappen van zijn oersterke poten te doden. Er is gezien dat de klappen die hij uitdeelt zo hard zijn dat de kluiten grond tot 15 meter in het rond vlogen! Op deze wijze kan een slang hem ook nauwelijks bereiken hoewel het toch wel is voorgevallen dat een grote gifslang in een vleugel kon bijten waardoor jager en prooi uiteindelijk beide stierven.
Maar het feit dat deze vogels slangen opruimen heeft hen voor velen sympathiek gemaakt en dat heeft er weer toe geleid dat ze weinig bejaagd worden. Ze zijn daarom gelukkig nog niet zeldzaam. Sterker nog, ze komen steeds vaker dicht bij menselijke woningen, akkers en steden voor. Waarschijnlijk omdat daar ook meer muizen te halen zijn maar ook omdat de dieren territoriaal zijn. Dat wil zeggen dat wanneer alle goede jachtgronden bezet zijn door volwassen secretarisvogels de jongen zich elders moeten vestigen en dan in gebieden komen waar geen anderen naar toe willen. Ondanks de sympathie van de bevolking komen er dan toch nog veel om doordat ze bijv. tegen elektriciteitsdraden vliegen of in het verkeer worden aangereden.
Beschermde soort
Ondanks het feit dat de soort niet zeldzaam is, is ze wel beschermd. Er mag geen handel in plaats vinden. Dat is waarschijnlijk ook de voornaamste reden dat ze zo weinig in dierentuinen voorkomen. Toch zijn ze niet moeilijk te houden. Ze zijn goed bestand tegen kou en nattigheid en kunnen dus wat dit betreft ook probleemloos overleven in Nederland. Een andere reden van hun schaarste kan zijn dat tot voor kort bijna niemand wist hoe je mannen en vrouwen kon onderscheiden en dat maar heel weinig dierentuinen bereid waren om te ruilen of om hun enige exemplaar aan een ander af te staan. Maar sinds de jaren tachtig zijn er in dierentuinen gelukkig toch wat kweekresultaten behaald. En recent ook zelfs in Nederland. In Avifauna is het gelukt om een jong op te fokken. En tot onze grote vreugd was Avifauna bereid dit (mannelijke) dier aan ons af te staan als partner voor de Walsrode-vogel.
Hoewel hij nog jong is, zijn we nu natuurlijk erg benieuwd of ze elkaar wel zien zitten en in de toekomst ook voor jongen gaan zorgen. De eerste kennismaking is inmiddels probleemloos verlopen maar er zijn toch nog veel onzekerheden. Zo weet niemand eigenlijk op welke leeftijd secretarissen volwassen worden. En we weten ook niet hoe het gedrag zich gaat ontwikkelen. De vrouw is bij ons altijd probleemloos geweest tegenover de verzorgers maar de man is met de hand grootgebracht en heeft dus geen enkele reserve tegenover de mens. Wanneer hij volwassen wordt en zich mogelijk territorialer gaat gedragen, kan dat wel eens betekenen dat hij moeilijker gaat worden tegenover de verzorgers die natuurlijk niet graag door hem ‘betrapt’ willen worden. Maar aan de andere kant wil iedereen natuurlijk niets liever dan met deze dieren kweken.
Hiertoe is al een groot kunstnest gemonteerd dat er uitziet als een groot ooievaarsnest. Het moet bij voorkeur een flink stuk van de grond zodat de vogels zich er veilig op voelen. In de natuur bouwen ze hun nest boven op acaciabomen die een vrij platte kruin hebben. Doordat giraffen die kruin elke keer bijsnoeien, wordt deze steeds dichter en ondoordringbaarder; een ideale ondergrond. Ze slepen er takken, grasstengels en hele pollen gras op en bouwen soms jaren achtereen aan hetzelfde nest dat telkens zwaarder wordt en tenslotte meestal scheef gaat hangen of instort. Als ze bij ons ook zouden gaan broeden, zou het goed kunnen dat ze twee jongen per legsel krijgen. In het wild leggen sommige paren zelfs meerdere malen zodat de soort zich snel kan uitbreiden of herstellen na bijv. een lange schrale tijd met veel sterfte.
Maar laten we nog maar niet op de zaken vooruit gaan lopen. Voorlopig geeft het genieten van deze prachtige vogels al veel voldoening. Voor diegenen die wat meer van de soort willen weten in evolutionaire zin, zijn er nog wat raadselen op te lossen. De wetenschap is er bijvoorbeeld nog niet helemaal uit tot welke diergroep de vogels behoren: roofvogels, kraanvogels, trappen of seriema’s. Door de meeste onderzoekers worden ze nog steeds tot de roofvogels gerekend maar qua bouw van bijv. kop of poten en gedrag lijken ze vaak meer op de andere vogelfamilies en ook qua chromosomen wijken ze nogal af van de roofvogels.
Een andere twist slaat op de naamgeving. Vrijwel iedereen weet te vertellen dat de lange zwarte nekveren doen denken aan pennen die achter een oor zijn gestoken. Iets wat secretarissen dus blijkbaar typisch doen of deden. Maar taalexperts hebben gevonden dat het dier in het Arabisch saqr et-tair heet wat ‘jaagvogel’ zou betekenen en wat verbasterd zou zijn tot ‘secretaris’. Arabisten geven aan dat dit niet juist is. In het Arabisch zou de vogel anders heten en wel letterlijk vertaald: ‘roofvogel die op slangen jaagt’. Hoe dan ook, we hebben er een compleet secretariaat bij waarvan ik overigens vermoed dat het schrijven zal geschieden met lange hanepoten.
Koninklijke Burgers’ Zoo heeft woensdagochtend 8 januari 2025 om welzijnsredenen afscheid moeten nem…
6 dagen geleden
De barometz is een fabelwezen dat half plant, half dier is. De barometz staat ook wel bekend als het…
7 januari 2025
De feniks is een prachtig dier. Hij is groter dan een arend en heeft een gouden kop en zijn verenkle…
6 januari 2025