Niet op de weg, maar langs de kant. Ze staan in het zand en als je ze met rust laat, doen ze niemand kwaad.
Laat ik voor de duidelijkheid maar meteen melden dat het over cactussen gaat die in Amerika ‘teddybeer cactus’ worden genoemd (Teddybear cholla). Merkwaardig dat men in zo’n stekelige plant zo’n aardig zacht diertje ziet. Maar als je de plant in tegenlicht ziet dan lichten al die venijnige dorens prachtig op en worden de contouren van de plant voorzien van een stralende lichtkrans die zacht aandoet. In onze Desert is dat bij lage zon ook prachtig te zien. Maar o wee degene die die zachte vacht met zijn handen gaat controleren!
De dorens zijn voorzien van weerhaken en de plant is opgebouwd uit allemaal stukjes cactus die makkelijk van elkaar loslaten. Gevolg is dan dat je met zo’n stukje cactus aan je hand (of kleren) voorlopig verder door het leven moet want loslaten is er amper bij. Te hulp schietende toeschouwers lopen een groot gevaar dat ze eveneens aan het stukje cactus blijven vastzitten en zo kunnen er een soort clusters ontstaan van mensen die wanhopige pogingen blijven doen om verlost te worden van dat ene klitterige stukje plant.
En dat is nou precies de bedoeling van de teddybear cactus. Je doet hem een groot plezier door als dier of mens per ongeluk tegen hem aan te stoten. Onmiddellijk laat hij een segment los en dat begint dan aan een korte of lange reis aan de vacht of kleding van de transporteur en zal ergens verderop weer op de grond terechtkomen. Wanneer de transporteur vervolgens niet in woede de plaaggeest met een steen verplettert, zal hij daar wortelen en uitgroeien tot een anderhalve meter grote, prachtige nieuwe teddybeer. Het is zijn manier van voortplanten. Dit type cactussen maakt trouwens wel degelijk bloemen (vaak zelfs fel geel of rood) en er komen ook sappige vruchten. Maar het gekke is dat er bijna nooit vruchtbare zaden in zitten. Het lijkt pure verspilling want qua voortplanting gaat dat klitten veel beter en effectiever. Voorlopig dus een biologisch raadsel.
Een ander raadsel is de cactuswinterkoning. Deze vogel heet wel zo maar is bepaald geen winterkoninkje: hij meet zo’n 20 cm. Maar hij bouwt wel graag zijn nest in die teddyberen. Dat hij daar absoluut veilig zit, zal duidelijk zijn, maar hoe hij/ zij het voor elkaar krijgt om de plant telkens weer ongedeerd te verlaten, is net zo’n raadsel. Overigens kunnen ook renkoekoeken op zulke cactussen landen en er weer heelhuids afkomen.
Een andere ‘gebruiker’ van deze cactus is de ruilrat. Die bouwt zelfs hele burchten van de afgevallen stukken cactus en transporteert ze zelfs in zijn bek. Maar als je bedenkt dat er ook mensen zijn die gek zijn op hete sambal en Spaanse pepers, is dit misschien minder verbazend.
In deze nieuwe reeks artikelen beschrijven we voorbeelden van camouflage in het dierenrijk. Er zijn…
26 januari 2023
Bezoekers in de Desert reageren meestal met een mengeling van bewondering en ontzag als ze de kalkoe…
24 november 2022
De Noord-Amerikaanse boomstekelvarkens hebben in de Desert hun intrek genomen in het voormalige verb…
17 november 2022