Voor veel nieuwe dieren is de titel van deze tekst van toepassing. In aanloop naar de opening van ons nieuwe gebied ‘Rimba’ hebben we veel dieren welkom geheten in hun nieuwe woonplaats Arnhem. Hoe gaat dat nou in zijn werk en wat moet er allemaal gebeuren om al die dieren welkom te heten? In dit artikel lichten we een tipje van de sluier op voor een aantal soorten en laten wij u meekijken met al het regelwerk, het daadwerkelijke transport en alle ‘beren op de weg’ die we op allerlei onverwachte momenten zijn tegengekomen.
Bij het welkom heten van nieuwe dieren hoort vaak ook het afscheid nemen van anderen. Het begon allemaal eind 2006 toen we ‘De Bult’ gingen leegruimen. Voordat de bouwers dat konden gaan doen, moesten we ervoor zorgen dat alle dieren een andere woon- en verblijfplaats zouden krijgen. Voor sommige soorten een makkelijke opgave, voor andere soorten een moeilijke, maar uiteindelijk hebben we voor alle dieren een ander adres gevonden. Zo namen we afscheid van de bizons, maar ook van onze hele groep Japanse makaken, waarvan sommige individuen al heel lang bij ons woonden.
Toen de laatste dieren op het punt stonden te vertrekken, trokken de bouwers langzaam het gebied in. Intussen begonnen de biologen al met rondkijken naar nieuwe soorten die het gebied konden gaan bevolken. Sommige soorten waren al in een vroeg stadium duidelijk, zoals bijvoorbeeld de Sumatraanse tijger. Andere soorten werden in een veel later stadium duidelijk. De definitieve keuze voor de drie hertensoorten hebben we wat langer voor ons uit geschoven. Al snel zijn we begonnen met het maken van lijsten van diersoorten die in aanmerking zouden komen met daarbij een analyse van de beschikbaarheid en mogelijke contacten die we daarvoor zouden kunnen gebruiken. We hebben ons niet laten afschrikken door slechte beschikbaarheid van sommige soorten: dat vormde wel een extra uitdaging!
Vele lijstjes zijn gemaakt, net zoveel lijstjes zijn weer weggegooid. Op alle lijstjes kwam in ieder geval de tijger voor en al snel hadden we de keuze gemaakt voor de Sumatraanse tijger. Omdat de tijger een EEP is (Europees fokprogramma) hadden we al in een vroeg stadium de coördinator ingelicht, maar van hem kregen we weinig duidelijkheid en uiteindelijk hebben we de dieren zelf geregeld in de dierentuin van Chessington in Engeland. Daar kunt u elders in de ZieZoo over lezen. Dat was dus een soort waarover we ons veel zorgen hebben gemaakt en de opluchting was dan ook groot toen zij als eerste echte bewoners van Rimba werden binnen gebracht door EKIPA, een Nederlandse diertransporteur. Zij hebben samen met ons de planning van een deel van de transporten gedaan, zodat de verschillende dieren vanuit alle windstreken van Europa op het juiste moment hun nieuwe verblijf konden gaan verkennen.
Niet alleen uit Europa hebben we nieuwe dieren mogen verwelkomen. Vanuit de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar hebben we namelijk een koppel goudjakhalzen kunnen krijgen. Waarom helemaal daar vandaan, zult u zich afvragen? Het antwoord hierop is eenvoudig: in Europa zit deze soort nauwelijks in dierentuinen en dus moesten we het verder weg zoeken. Op zich waren de contacten over de uitwisseling eenvoudig. De dierentuinen wilden de dieren graag aan ons geven; wij wilden ze graag hebben. Tot zover een eenvoudige zaak. Maar toen begon al het regelwerk. Contacten over de kistmaten, kisten die gemaakt moesten worden ter plaatse, die bovendien moesten voldoen aan allerlei voorwaarden omdat ze per vliegtuig moesten reizen, contacten met het ministerie van LNV over importvoorwaarden, gegevens verzamelen over het dieet, enzovoort, enzovoort. Toen we uiteindelijk de dieren konden gaan ophalen op Schiphol en we ze in hun nieuwe verblijf konden loslaten, heerste er toch een beetje het ‘laatste schooldag’-gevoel. Maar dat kon maar even duren, want we moesten al weer op weg naar het volgende transport!
Na vele jaren van afwezigheid heeft Burgers’ eindelijk weer echte beren in haar collectie. Maleise beren wel te verstaan. Maar dat heeft de nodige voeten in de aarde gehad.
Allereerst was daar het probleem dat er te weinig mannetjes zijn in de Europese populatie. De coördinator van het stamboek (dierentuin van Keulen) had daarvoor de volgende oplossing bedacht: wij moesten een mannetje delen met Safaripark Beekse Bergen. Voor ons geen probleem en daarom hadden we bedacht dat we dan eerst de twee dames uit Keulen zouden laten komen, zodat zij eerst zouden kunnen wennen. Daarna zouden we rustig kunnen werken aan het transport van mannetje Frodo. Maar dat pakte anders uit. Hieruit bleek duidelijk dat het werken met dieren onvoorspelbaar is. Na de nodige moeite om het bouwen van het nieuwe berenverblijf goed af te stemmen op het laten komen van de dieren, hadden we eindelijk een transportdatum af kunnen spreken die voor de dierentuin van Keulen, de transporteur én voor ons acceptabel was. Met man en macht hebben we gewerkt om alles klaar te krijgen voor de komst van beide Keulse dames. Maar op de ochtend van het transport kregen we een verontrustend telefoontje. De transporteur was onderweg van Keulen naar Arnhem, maar had niet de beren achterin de wagen. Nadat de dieren zelf in de kist waren gelopen (na weken training) en de kist dicht was gedaan was er bij beide dieren paniek ontstaan. En wel op een zodanige manier dat het gevaarlijk was voor de betrokken dieren. De staf in Keulen nam de enig juiste beslissing: de dieren werden weer uit de kist gelaten en het transport werd uitgesteld. Voor ons een enorme teleurstelling, maar de bezorgdheid voor de dieren had de overhand. Toch wilden we graag een Maleise beer aan onze bezoekers laten zien nu we het verblijf klaar hadden. Dankzij goede samenwerking met Safaripark Beekse Bergen kon Frodo binnen een week opgehaald worden en kon hij, in afwachting van de Duitse dames, eerst aan het nieuwe verblijf wennen.
Met de vier apensoorten die Rimba (gaan) bevolken kregen we weer met hele nieuwe aspecten te maken. We hadden veel voorbereidingen met betrekking tot veterinaire testen, maar vooral vergunningen hebben ons parten gespeeld. Zo hadden we gepland om een jong mannetje en een jong vrouwtje goudwanggibbon vanuit Polen en Frankrijk op exact dezelfde dag in onze dierentuin aan te laten komen. De gedachte daarachter is dat de introductie van deze twee dieren die elkaar niet kennen dan gemakkelijker is, als ze tegelijkertijd in een voor hen allebei nieuw verblijf komen. Tot zover de planning. De realiteit was dat het vrouwtje lang op haar vergunning moest wachten, waardoor het mannetje uiteindelijk een maand op zijn nieuwe vriendinnetje heeft moeten wachten. Met de siamangs hebben we op transportgebied geen problemen gehad, maar die hadden we dan ook al vele jaren in de collectie, dus dat was alleen een intern transport……
Burgers’ Zoo staat bekend om zijn ecodisplays: natuurgebieden waar dieren vaak in grote vrijheid lev…
10 juni 2022
Bij het ontwerp van een modern dierverblijf wordt eerst heel goed gekeken naar het natuurlijke gedra…
15 april 2022
Voor veel bedreigde diersoorten zijn Europese fokprogramma’s in het leven geroepen, waaraan alle led…
14 februari 2022