Niet alleen haaien zijn tot de verbeelding sprekende roofvissen, ook de barracuda’s behoren daartoe. Een groep jonge dieren afkomstig uit het nieuwe aquarium Den Blå Planet in Kopenhagen is uitgezet in de Ocean. De barracuda’s zwemmen in het bassin met de tropische makrelen; het scholenvissenbassin. Het is gebruikelijk dat in dierentuinen dieren worden geruild of weggegeven. Dit alles gebeurt met gesloten beurzen. Dit keer werden de twaalf barracuda’s voor 148 dieren uit de Ocean geruild. Zo werden er uit het koraalrifbassin koralen, zeeanemonen en juweelkardinaalbaarzen geoogst. Maar ook twee grijze pijlstaartroggen verhuisden mee. Alle dieren zijn eigen kweek.
De nieuwe vissoort voor de Ocean is een ‘grote barracuda’. Dit is de grootste soort van de twintig soorten barracuda’s die in de wereldzeeën voorkomen. Hij kan tot twee meter doorgroeien, maar meestal blijven ze ergens bij anderhalve meter steken. De dieren zijn nu nog vijftig centimeter, maar schijnen hard te kunnen groeien. Barracuda’s hebben een zeer gevoelige huid. Door de dieren van de transportbak naar het bassin te vervoeren in zakken met een beetje water beschadigen ze niet en blijven ze rustig. De dieren zijn eerst voorzichtig in een kooi in het scholenbakbassin gezet. Hierin kunnen ze wennen aan het nieuwe water, de omgeving en de methode van voeren. Ze eten kleine visjes en stukjes inktvis.
Barracuda’s hebben een typische manier van een prooi vangen; ze hangen stil in het water, gebruiken hun goede ogen om een prooi waar te nemen en slaan dan met enorme snelheid toe. Daarbij buigt het dier zich in een S-vorm en schiet vooruit. Geschat wordt dat de barracuda dan in een fractie van een seconde een snelheid van zestig kilometer per uur kan ontwikkelen. Tijdens de aanval opent hij de bek en slaat de prooi als het ware naar binnen. Als het een grotere prooi is, splijt hij de prooi dwars doormidden door de kracht waarmee hij tegen de prooi aanzwemt. De vlijmscherpe tanden helpen daar natuurlijk ook bij. Deze snelheid houden ze maar heel kort vol, maar ze maken zich daarmee tot een zeer geduchte roofvis.
De ‘zeewatersnoek’, zoals hij ook genoemd wordt, is een echte viseter. Het liefst jagen barracuda’s op kleine vissen die in een school leven. Zelf komen ze in het wild soms ook in grote scholen voor. Verscholen in een school is de individuele vis veiliger in open zee. Een aanvaller ziet dan veel vis tegelijkertijd waardoor hij moeite heeft een keuze te maken. Als dan de school in formatie snelle bewegingen maakt, is de verwarring compleet voor de aanvaller. Toch lukt het een barracuda zo zijn hapje bij elkaar te scharrelen. In het aquarium zal een heel ander gedrag ontwikkeld moeten worden, waarbij de barracuda’s het dode voer moeten gaan vinden tussen de snel zwemmende makrelen. Dit zal even wennen worden, maar vissen kunnen veel leren, zeker waar het eten betreft.
De jonge luipaardhaai die op 5 januari 2024 uit het ei is gekomen, is het resultaat van ongeslachtel…
5 augustus 2024
De collectie in de ‘Kleine Oceaan’ – het bassin aan de linkerhand vóór de roggentunnel - heeft naast…
30 mei 2024
Dinsdag 12 maart 2024 vertrekken 82 zachte koralen, 5 steenkoralen en 6 zeeanemonen vanuit onze dier…
12 maart 2024