Haaien blijven tot de verbeelding spreken. Toch is er één belangrijk aspect onduidelijk over haaien. Moeten haaien nu wel of niet altijd zwemmen?
Haaien blijven tot de verbeelding spreken. Toch is er één belangrijk aspect onduidelijk over haaien. Moeten haaien nu wel of niet altijd zwemmen? Bij een bodemhaai, zoals een epaulethaai of luipaardhaai, is het wel duidelijk: die liggen 23 uur per dag op de bodem te slapen. Maar voor veel andere haaien wordt het wat vager. Vrij zwemmende haaien, zoals de zwartpunthaai, moeten wel degelijk zwemmen om te kunnen ademhalen. Door de bek iets te openen, stroomt water tijdens het zwemmen naar binnen en via de kieuwen weer naar buiten. De pompwerking die vissen normaal gebruiken om adem te halen, werkt niet bij deze vrij zwemmende haaien. Als deze dieren op de bodem liggen, gaan ze binnen enkele uren dood.
Hoe kan een haai overleven als hij 24 uur per dag zwemt? Een fascinerende vraag die niet eenvoudig te beantwoorden is. Als wij ademen, gebruiken wij ook een aantal spieren. Een haai moet meer spieren gebruiken om te ademen, want hij moet zijn hele lichaam gebruiken om te zwemmen. Een haai is hiervoor perfect aangepast. De gestroomlijnde lichaamsbouw, zijn ruwe huid, grote borstvinnen en een speciaal gevormde staart zorgen er allemaal voor dat ze met weinig weerstand door het water kunnen schuiven. Hoe rusten haaien dan uit? Deze vraag is in de Ocean onderzocht. In 2005 hebben studenten onderzoek gedaan naar de zwemactiviteiten van de zwartpunthaaien in het haaienbassin van de Ocean. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek was dat de dieren 90% van de tijd zwemmen en 10% van de tijd glijvluchten maken.
Tijdens een glijvlucht doet een haai niets en laat hij zich langzaam naar beneden zakken. Zijn grote borstvinnen zorgen ervoor dat hij niet te snel zakt. Als een zweefvliegtuig glijdt hij dan door het water totdat hij op de bodem komt en weer naar boven moet zwemmen.
Eva Volman, studente aan de Universiteit van Wageningen, heeft het afgelopen jaar een vervolgonderzoek gedaan. Zij vroeg zich af of er verschil is tussen de zwembewegingen van de haaien in 2005 en nu. Verandert de zwembeweging naarmate de haaien groeien? Destijds maten de haaien 1.3 meter, dit jaar 1.8 meter. Conclusie van het onderzoek: er is weinig verschil in zwemactiviteit. Waarschijnlijk is het verschil in grootte van de dieren te klein om een verschil in zwemactiviteit te zien. De tweede vraag van Eva’s onderzoek was of de zwemactiviteit te beïnvloeden is door verandering van stroming in het bassin. Vijf jaar geleden was een eindconclusie van het onderzoek dat haaien last hadden van de waterbeweging in het bassin. Dwars door het bassin was een sterke stroming aangebracht om het water in het gehele bassin goed te mixen. De haaien startten de glijvluchten aan de randen van het bassin richting het midden, maar werden verstoord door de stroming. Door deze stroming te veranderen, waren we benieuwd of dit een positief effect zou hebben op de zwemactiviteit. Gedurende twee maanden werden om beurten verschillende pompen aangezet.
De nieuwe stroming kwam van een sterke pomp aan de rand van het bassin. De resultaten waren interessant: de haaien gleden langere stukken en zwommen een stuk rustiger door het bassin bij de nieuwe stroming. Hoe rustiger de haaien zwemmen, hoe minder zuurstof ze nodig hebben en hoe minder energie ze verbruiken.
Eva heeft tijdens haar onderzoek gelet op het gebruik van het bassin door de haaien. Wat de bezoeker ook opvalt, heeft de onderzoekster beaamd: de haaien zwemmen vooral achterin het bassin. Juist het schemergebied is de omgeving waar haaien in het wild zwemmen. Ze zwemmen naar het lichtere koraalrif om naar voedsel te zoeken.
Het is van belang met dit soort toegepast onderzoek de gezondheid van haaien in aquaria te kunnen verbeteren. Als verzorger van haaien (en eigenlijk ieder dier) moet je een dier waar je voor zorgt kunnen ‘lezen’. Wat is normaal gedrag en wat niet? Een dierverzorger krijgt daar veel ervaring in en zal kleine afwijkingen direct opmerken. Onderzoek zet dit ‘diergevoel’ om in harde cijfers. De combinatie van beiden zorgt voor veel meer kennis, van waaruit kleine nuances in gedrag gezien kunnen worden. Haaien kunnen ons niets vertellen met woorden, maar vertellen elkaar wel continu heel veel. Juist dat zouden we willen begrijpen. Door het gedrag steeds verder uit te pluizen, komen we een stapje verder in de haaientaal. Toch blijven er nog veel vragen over. Hoe slaapt een haai? Hoe communiceren haaien met elkaar en wat ‘zeggen’ ze dan?
De jonge luipaardhaai die op 5 januari 2024 uit het ei is gekomen, is het resultaat van ongeslachtel…
5 augustus 2024
De collectie in de ‘Kleine Oceaan’ – het bassin aan de linkerhand vóór de roggentunnel - heeft naast…
30 mei 2024
Dinsdag 12 maart 2024 vertrekken 82 zachte koralen, 5 steenkoralen en 6 zeeanemonen vanuit onze dier…
12 maart 2024