Van de Madagassische halfapen zijn de ringstaartmaki’s gelukkig nog één van de minder ernstig bedreigde soorten. In dierentuinen zijn ringstaartmaki’s alles behalve zeldzaam. Elf van de vijftien in de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD) samenwerkende dierentuinen huisvesten deze charismatische soort. Sinds de tekenfilm ‘Madagascar’, waarin een ringstaartmaki genaamd Koning Julien de scepter zwaait over een vrolijke bende halfapen, herkent ieder kind deze primaten. Hoe zit deze soort op sociaal vlak echter in elkaar? Tijd om bij de ringstaartmaki de (half)aap uit de mouw te laten komen!
Ringstaartmaki’s komen in het wild voor in de drogere gebieden in de zuidelijke helft van Madagaskar. In de Madagassische winter die van mei tot september loopt, kan het in het open landschap ’s nachts behoorlijk koud worden. De ringstaartmaki’s vinden deze lage temperaturen zeker geen pretje. De groepsleden schuiven dan dicht tegen elkaar aan om zich warm te houden. Zodra de ochtendzon rijst, wordt het tijd om te zonnen. Ze gaan dan rechtop zitten, houden de armen wat opzij en exponeren houden hun witte buiken richting zon. Ringstaartmaki’s kennen naast koude zeker ook ‘hete nachten’:het paarseizoen beperkt zich tot één tot of twee etmalen per jaar en is tevens aardig goed gesynchroniseerd tussen de vrouwtjes onderling. Dat zijn drukke dagen in de makigroep!
Hoewel ze er behoorlijk aaibaar uitzien, kunnen ringstaartmaki’s uitermate pittig in de omgang met elkaar zijn. Ringstaartmaki’s leven in groepen van ongeveer vijftien tot twintig leden. In zo’n groep leven meerdere volwassen mannetjes en vrouwtjes, waarbij de vrouwtjes duidelijk de baas zijn. Zij zijn het ook die onderling aardig wat af kibbelen. De conflictjes monden vooral vlak na het geboorteseizoen uit tot echte vechtpartijen om rangen en standen te bepalen. Het lijkt onhandig en ook onverstandig om te vechten met één of twee kwetsbare pasgeboren jongen aan je lijf. Maar de energiebehoefte van zogende vrouwtjes is bijzonder hoog en juist in de zoogperiode kan het behouden of verwerven van een goede positie in de rangorde essentieel zijn. Als de groep aan de grote kant is, worden bij deze gevechten door de meest dominante vrouwen regelmatig laag geplaatste leden hardhandig uit de groep verdreven. Vaak loopt het voor de verstoten dieren niet goed af, omdat ze zich niet zomaar bij een andere groep aan kunnen sluiten en ook niet altijd even makkelijk een eigen territorium kunnen bemachtigen.
De mannetjes doen het op sociaal vlak wat rustiger aan, of misschien kun je beter stellen: ze berusten wat meer in hun situatie. Een carrière in de makihiërarchie is voor hen toch niet weggelegd. De hoogste mannetjes in rang worden door de vrouwen weliswaar slecht behandeld, maar ze worden zolang ze zich gedeisd houden tenminste gedoogd op een vrij centrale plek in de groep. Minder gelukkige mannen houden zich helemaal in de periferie van de groep op, waar ze ondanks de eerbiedige afstand toch nog vaak genoeg door humeurige vrouwen afgesnauwd worden. De mannetjes aan de rand van de groep zijn daarnaast kwetsbaarder voor een aanval door vijanden zoals de fossa of roofvogels.
Voordat het korte paarseizoen aanbreekt, worden de mannetjes onderling onverdraagzamer. In plaats van elkaar echter meteen in de haren te vliegen, gebruiken ze secreten uit hun geurklieren om te imponeren. De polsklieren worden over takken gewreven om aan alleen rondzwervende mannetjes duidelijk te maken dat hier reeds mannelijke ringstaartmaki’s aanwezig zijn. Tevens trekken ze hun staart onder de oksel door en langs de polsen en smeren zo een bijzonder parfummetje – dat voor ons mensen praktisch niet te ruiken is - op hun strepenstaart. Daarna gaan twee volwassen kerels net als in een westernduel tegenover elkaar staan, ze staren elkaar in de ogen… en zwaaien hun opstaande staarten heen en weer richting opponent. Wie harder of beter stinkt, die wint dit geurgevecht! Als er geen overtuigende winnaar uit de bus komt, dan wordt er echt gevochten. De vrouwtjes, die meer te vertellen hebben dan de stinkende en vechtende mannen, kiezen trouwens als paringspartner vaak genoeg toch de verliezer.
In Burgers’ Zoo leven negen mannen bij elkaar in een vrijgezellengroepje. In de natuur komt zo’n samenstelling bij ringstaartmakigroepen eigenlijk niet voor. Maar omdat de mannetjes voor het paarseizoen zo onverdraagzaam zijn in fokgroepen, wordt er in dierentuinen meestal slechts één geslachtrijpe man gehouden; met een overschot aan extra mannen als gevolg. Een vrijgezellengroep werkt prima, zolang er geen vrouwen in de buurt zijn – zelfs beter dan een makigroep met alleen vrouwtjes zou werken!
De geurklieren aan de polsen zijn bij de ringstaartmaki’s meestal heel goed te zien. De oplettende kijker zal ook nog een klein eeltkussentje naast dit kale, zwarte plekje van de klier zien. Dit eeltkussentje gebruiken de mannetjes om markeringen in boombast te krassen voordat ze de secreten uit de polsklier er goed inwrijven.
De meeste apensoorten verzorgen elkaars vacht met de handen, het zogenaamde vlooien. Ringstaartmaki’s en andere halfapen verzorgen hun eigen vacht en die van elkaar met tong en tanden. Ook dit gedrag is in Burgers’ Zoo regelmatig te zien.
In Burgers’ Zoo leven ringstaartmaki’s die in het wild in de drogere loofbossen van zuidelijk Madaga…
22 december 2022
Wilde ringstaartmaki’s op Madagaskar leven in gemengde groepen, met evenveel vrouwtjes als mannetjes…
27 augustus 2021
Tot en met juni 2021 wordt de ringstaartmaki-mannetjes nauwkeurig geobserveerd door Tom Ballemans, s…
23 februari 2021