Om te overleven hebben wij als mensen een constante lichaamstemperatuur nodig van zo’n 37 graden Celsius. In koudere periodes maken we gebruik van kleding om ons warm te houden. Maar hoe werkt dat nou bij de verschillende dieren?
In de zomer is er voor de meeste dieren volop voedsel te vinden. De energie die ze op deze manier opnemen, kan weer worden gebruikt om voedsel te zoeken. Wanneer het kouder begint te worden, wordt het een ander verhaal. Voedsel wordt schaarser en dat betekent dat dieren minder energie hebben om de moeilijke zoektocht te blijven volhouden. Ook wordt de omgevingstemperatuur lager en kan soms zelfs extreme vormen aannemen. Hoe kouder het in de omgeving wordt, des te meer energie zijn dieren kwijt om hun lichaamstemperatuur op niveau te houden. Om in deze periode van schaarste de energiebehoefte te verlagen, gaan sommige dieren in een zogenaamde winterslaap die dagen, weken of zelfs maanden kan duren.
Tijdens de winterslaap wordt de stofwisseling van een dier tot een zeer laag niveau teruggebracht door onder andere de lichaamstemperatuur en het ademhalingsritme te verlagen. Bij reptielen en amfibieën gebeurt dit met name onder invloed van de omgevingstemperatuur. Om in de (verlaagde) energiebehoefte te voorzien, worden vetreserves aangesproken die tijdens de zomermaanden zijn aangelegd. Na afloop van de winterslaap moeten zoogdieren hun lichaamstemperatuur weer op peil krijgen door opwarming. Dit gebeurt bij zoogdieren met behulp van bruin vetweefsel, dat de eigenschap heeft om snel warmte te produceren. Zij zetten dus als het ware de verwarming in hun lichaam hoger om weer wakker te worden. Bij reptielen en amfibieën zorgt de stijgende omgevingstemperatuur voor het stijgen van de lichaamstemperatuur; zij warmen dus ‘passief’ weer op.
Van beren, bijvoorbeeld bruine beren, is bekend dat zij in winterslaap gaan. Toch is dit niet helemaal juist. Bij beren wordt gesproken van winterrust in plaats van winterslaap. Dit vanwege het feit dat de hartslag van deze dieren wel wordt vertraagd tijdens de rust, maar de lichaamstemperatuur slechts enkele graden zakt. Beren kunnen ook eenvoudig uit hun ‘slaap’ worden gewekt. Ook bijvoorbeeld de das en de wasbeer gaan in winterrust.
Niet alle beren gaan in winterrust. De Maleise beren in Burgers’ Rimba zijn kleine beren die in de tropische bossen van Zuidoost-Azië voorkomen. Aangezien de temperatuur in de tropen vrij constant is en er door het jaar heen voldoende voedsel beschikbaar is, is het voor deze dieren niet nodig in winterrust te gaan.
Met name in de Desert zit een aantal diersoorten dat ook in winterslaap gaat. Het gaat hierbij om onder andere de gilamonsters en de coloradopadden. Deze dieren graven zich gedurende deze periode een weg naar beneden in het zand, waar ze de winterperiode rustig uitzitten. Dat ze niet alleen maar slapen heeft de doosschildpad enkele jaren geleden bewezen. Deze kwam tot ieders verrassing na het einde van de winter met een jong naar boven dat ergens gedurende deze periode uit het ei is gekropen.