Het jaarthema van de samenwerkende Nederlandse Botanische tuinen (NVBT) is in 2022 ‘Planten op reis’. Dit jaar zullen we dit brede thema telkens vanuit een andere invalshoek belichten. We beginnen met planten die op reis zijn gegaan en in hun nieuwe thuislanden behoorlijk overheersend worden: invasieve planten.
De uitdrukking ‘invasief’ komt van het woord ‘invasie’: Een invasie (Latijn: invadere = binnendringen) is een militaire actie die bestaat uit het binnenvallen van een ander land met als doel het veroveren van het land of verdrijven van het regime. Als we spreken van invasieve planten, dan hebben we het over exoten die het buiten het land van herkomst zo goed doen, dat ze daar de inheemse flora verdringen.
Exotische planten komen Nederland binnen via transport, handel en toerisme. De grote meerderheid van de huidige invasieve planten werd de afgelopen tweehonderd jaar ingevoerd. Bekende voorbeelden zijn Japanse duizendknoop (Fallopia japonica), ingevoerd in 1825 en de reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum), ingevoerd in 1817. Als exotische planten het in ons klimaat buiten overleven en zich snel vermeerderen, dan begint het probleem. Omdat ze hier niet hun natuurlijke vijanden hebben (schimmels, bacteriën, specifieke planteneters), kunnen ze zich massaal uitbreiden en daarmee de inheemse planten overwoekeren. Daarmee bedreigen ze de lokale biodiversiteit door het verdrijven van plantensoorten en daarmee samenhangend de dieren die in hetzelfde ecosysteem leven.
Wel is het vaak zo dat een invasieve exoot vooral tot exponentiële groei komt op plekken waar het ecosysteem al is verstoord, bijvoorbeeld door verzuring of intensief landgebruik.
Invasieve soorten zijn een wereldwijd probleem: niet alleen ecologisch, maar soms vormen ze ook een bedreiging voor de volksgezondheid. Denk bij planten aan brandharen of stuifmeel, die een heftige allergische reactie kunnen veroorzaken. De IUCN (International Union for Conservation of Nature) heeft een databank aangelegd met de invasieve dier- en plantensoorten wereldwijd. Binnen Europa is de Unielijst opgesteld (te vinden op nvwa.nl). Hierin staan alle schadelijke exotische dier- en plantensoorten genoemd waarvoor een verbod geldt op bezit, handel, kweek, transport en import. In onze overdekte gebieden staan ook planten die op wereldniveau als invasief bestempeld zijn.
Verkleurbloem (Lantana camara; groeit in de Bush en de Mangrove)
Van oorsprong komt deze plant voor van Texas tot Zuid-Amerika. Zonder strenge winters en natuurlijke vijanden weet hij zich bijna overal te vestigen en te handhaven. De plant kan zich buitengewoon goed aanpassen aan diverse omstandigheden: nat, droog, zon, schaduw of zilte bodem en hij doorstaat zelfs bosbranden. Hij kan dichte, bijna ondoordringbare bosschages vormen en de oorspronkelijke vegetatie verdringen. De onrijpe, groene bessen zijn giftig voor het vee.
Een extra probleem doet zich voor in Afrika: daar trekken verkleurbloemen met hun geur de beruchte verspreiders van de slaapziekte, tseetseevliegen, aan. De vliegen schuilen overdag graag tussen hun bladeren, maar komen ’s avonds tevoorschijn. Dan maken ze hun slachtoffers.
Frederiksbloem (Asclepias currassavica; groeit in de Mangrove)
Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de frederiksbloem is groot: Centraal-Amerika, delen van Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. De plant is in veel andere tropische gebieden, ook in de Oude Wereld, ingevoerd. Hij kan zich daar snel uitbreiden, is invasief en in sommige gebieden in de (sub)tropen een gevreesd onkruid. Sinds augustus 2017 staat ook een Asclepias-soort op de Unielijst. Het betreft niet de frederiksbloem, maar de zijdeplant Asclepias syriaca. Het invasieve zit dus wel in de familie.
Taro (Colocasia esculenta; groeit in de Bush)
Deze plant groeit op zeer uiteenlopende plekken, van droog naar vochtig. Hij komt oorspronkelijk uit Afrika en is naar Amerika meegenomen door slaven als voedsel. Taro werd rond 1910 sterk gepromoot als vervanger van aardappelen. In Azië waar taro als cultuurplant binnengehaald is, kan hij makkelijk wetlands, moerassen, en regenwouden binnendringen en zeer dichte bosschages vormen.
Mesquite (Prosopis juliflora; groeit in de Desert)
Mesquite is een struik, tot kleine boom, die inheems is in Midden-Amerika. Hij is in diverse werelddelen geïntroduceerd als voedergewas en voor de productie van brandhout. De plant wordt wereldwijd beschouwd als één van de ergste invasieve soorten. De soort is droogte- en zouttolerant, en kan de oorspronkelijke vegetatie snel vervangen. De doornige struiken maken grote oppervlaktes land op die manier ondoordringbaar, met een verlies van landbouwkundige of ecologische waarde. De plant behoort tot de vlinderbloemigen en kan stikstof uit de atmosfeer binden, waardoor de plant ook in stikstofarme gronden kan groeien en daar het stikstofniveau verhoogt.
Voor Europa loopt het mediterrane gebied het hoogste risico op een invasie. De soort is er nog niet vastgesteld en het internationale beleid is er dan ook op gericht om dit zo te houden. Stand van zaken in 2019: de plant is alleen gevestigd op één Canarisch eiland, Gran Canaria.
De eenhoorn wordt meestal afgebeeld als een paard met een lange hoorn op het voorhoofd. De hoorn is…
Enkele seconde geleden
De mandragora (Mandragora officinarum) is een kruid uit de nachtschadefamilie. De mandragora wordt o…
Enkele seconde geleden
Quetzalcoatl betekent letterlijk ‘gevederde slang’ of ‘kostbare tweeling’. Quetzalcoatl is één van d…
4 dagen geleden