Bezoekers in de Desert reageren meestal met een mengeling van bewondering en ontzag als ze de kalkoengieren in dit ecodisplay ontdekken. Het spreekt hen met name tot de verbeelding dat de vrij grote vogels zich vrij door de hal kunnen bewegen, net als in een echte rotswoestijn natuurlijk. Kalkoengieren behoren tot ‘de gieren van de Nieuwe Wereld’ en kennen een groot verspreidingsgebied over bijna het hele continent Amerika: van Vuurland in het zuiden tot de zuidelijke delen van Canada aan toe. Ondanks hun uiterlijke overeenkomsten zijn de gieren van de Nieuwe Wereld niet nauw verwant aan de gieren die in Afrika, Europa en Azië leven, zo blijkt uit uitgebreid DNA-onderzoek.
Stephen is één van de verzorgers die dagelijks met de kalkoengieren werkt. “We houden in de Desert uitsluitend mannetjes, omdat we niet met deze vogelsoort willen kweken,” vertelt Stephen. “Op dit moment hebben we twee mannetjes. In het verleden zijn we overigens meerdere keren succesvol geweest bij het kweken met deze dieren.” De dieren die vrij in de Desert leven, zoals diverse zangvogels, hebben niets van de kalkoengieren te vrezen, zo verduidelijkt hij: “Kalkoengieren zijn net als alle andere gierensoorten echte aaseters. Ze zouden ook veel te lomp en onhandig zijn om succesvol te kunnen jagen waarschijnlijk. Bovendien hebben ze nauwelijks grijpkracht in hun klauwen.”
Ook de bezoekers hoeven echt niet bang te zijn voor de kalkoengieren. “Het is bijna eerder andersom: onze kalkoengieren zijn vrij schuw en angstig om dicht in de buurt van mensen te komen, ook bij hun vaste verzorgers. En zo zien we het ook graag, want we willen geen opdringerige vogels in de hal die zo nieuwsgierig worden dat ze mensen zouden kunnen gaan lastigvallen.” Hoe gaat het voeren van deze vogels in zijn werk, als ze uitsluitend aas eten? Stephen legt uit: “We voeren deze gieren elke dag in de ochtend. Ze krijgen hele karkassen van ratten, konijnen of ook kippenkuikens. ’s Avonds ruimen we de restanten van het kadaver vrijwel altijd meteen weer op. Zo’n compleet karkas met huid, haar en ingewanden bevat in principe alle vitaminen en mineralen die de vogels nodig hebben, maar soms vullen we die vitaminen en mineralen nog wat extra aan in poedervorm. De omvang van het karkas maakt de dieren niets uit: ze eten in principe alle mogelijke afmetingen, van heel klein tot heel groot. Het moet wel echt een herkenbaar kadaver zijn: ondefinieerbare stukken vlees laten ze links liggen. We voeren altijd op een vaste plek hoog bovenop de rotsen in de Desert.”
Gieren spelen een belangrijke rol als natuurlijke bestrijders van ziektes. Doordat ze grondig en efficiënt kadavers opruimen, krijgen ziektes minder kans om zich te verspreiden. Kalkoengieren hebben daarbij in tegenstelling tot veel andere vogelsoorten een uitstekend reukvermogen. “Ze kunnen bijvoorbeeld moeiteloos kadavers opsporen die helemaal bedekt zijn met bladeren. In de Duitse Alpen bestaan zelfs speciaal getrainde ‘politiegieren’: deze kalkoengieren worden ingezet om dodelijk verongelukte bergbeklimmers op te sporen.”
Ondanks dat kalkoengieren best groot zijn en een spanwijdte kennen van 180 centimeter, zijn de vogels opvallend licht: ze wegen slechts tussen de 1 à 2 kilo: vergelijkbaar met het gewicht van een cavia! De vogels maken tijdens het zoeken naar aas in het wild veelvuldig gebruik van de thermiek: ze laten zich zwevend meevoeren op warme luchtstromen om op die manier zo min mogelijk energie te verspillen. En hoewel ze in het wild maximaal zo’n 17 jaar oud worden, halen ze in dierentuinen soms leeftijden tot 30 jaar.
“Kalkoengieren kennen een enorm verspreidingsgebied, dat vrijwel heel het continent Amerika omvat: van Vuurland in het zuiden tot aan de zuidelijke delen van Canada komen ze voor. Wel zien we dat de dieren in de winterse kou van Canada tijdelijk wat meer naar het zuiden migreren, vaak in grote groepen vogels bij elkaar.” De kalkoengieren die in de Amerikaanse en Mexicaanse woestijnen leven, gebruiken een speciale techniek om af te koelen in de hitte: ze urineren over hun eigen poten. Tijdens het verdampen van dat vocht, wordt warmte onttrokken aan de poten. Aangezien de urine van kalkoengieren wit van kleur is, kun je spotten of de gier in kwestie het recent nog warm heeft gehad. Tijdens de koude woestijnnachten daalt hun lichaamstemperatuur aanzienlijk. Vaak zie je de vogels overdag in de ochtend hun vleugels spreiden om zich op te warmen. Op de heetste momenten van de dag helpt het spreiden van de vleugels juist weer om een beetje af te koelen, aangezien de vogels onder de vleugels minder goed geïsoleerd zijn. Met het spreiden van de vleugels kunnen ze dus warmte afgeven, of juist opnemen: al naar gelang het verschil tussen de eigen lichaamswarmte en de omgevingstemperatuur op dat moment. “In de winter zien wij de kalkoengieren ook vaker vliegen om warm te blijven en vertonen ze actiever gedrag. In de zomer als het erg warm is, gaan de gieren meestal strategisch voor de luiken zitten, waar ze een verkoelend briesje kunnen opvangen.”
Hoe zorgen de kalkoengieren dat ze voldoende vocht binnenkrijgen? Vooral als ze overdag in een gloeiend hete woestijn leven? “Kalkoengieren halen vrijwel al het vocht dat ze nodig hebben uit de kadavers die ze eten. Ik heb in alle jaren dat ik met deze vogels werk slechts eenmaal een kalkoengier water zien drinken uit de oase. Dat komt zelden voor.”
Waar letten Stephen en zijn collega’s extra op bij het verzorgen van de kalkoengieren? “We kijken goed naar de conditie en het gedrag van de dieren. Een kalkoengier die niet lekker in zijn vel zit, heeft een blekere kop. Vaak hebben de veren ook een wat doffere kleur. Ook hebben we gemerkt dat deze vogels allergisch zijn voor veranderingen: kleine aanpassingen op of rond de voerplek en ze komen gewoon een dag niet eten.”
Kalkoengieren kennen weinig natuurlijke vijanden. Vooral de eieren van de kalkoengieren en de jonge vogels worden nog wel eens het slachtoffer van roofdieren, maar de volwassen dieren hebben van de meeste andere dieren niet zoveel te duchten. Stephen sluit zijn verhaal af met een bijzonder detail over deze bijzondere vogels: “Als je een kalkoengier van dichtbij kunt bekijken, dan zie je dat je op de plek waar de neusgaten in de snavel zitten dwars door de snavel heen kunt kijken.”