Plek in het dierenrijk

Bosrendieren zijn herkauwende evenhoevigen. Dat is een grote groep diersoorten die ook in Burgers’ Zoo goed is vertegenwoordigd, denk maar aan alle antilopensoorten in de Safari! Rendieren behoren tot de herten. In tegenstelling tot antilopen die horens op kun kop dragen, hebben herten een gewei op hun kop. Zo’n gewei is van botmateriaal, het is vertakt en wordt ieder jaar afgeworpen. Duidelijke verschillen dus met de horens van een spiesbok of een rund! In Burgers’ Zoo leven meer hertensoorten, namelijk in de Rimba.

Eigenschappen van de Bosrendier (niet meer in Burgers' Zoo)

Bijzonder gedrag

Bijzonder gedrag

In de natuur is de winter een harde tijd voor de rendieren in Rusland en Finland. Een dik pak sneeuw maakt het lastig om je voort te bewegen. Bosrendieren hebben grote hoeven en zo raken hun poten op een groot oppervlak de grond. Daardoor zakken ze minder snel door de sneeuw. Mocht dat toch gebeuren, is het nog niet zo erg: bosrendieren hebben lange poten, wat het voortploegen door de sneeuw vergemakkelijkt.

Wist u dat al over bosrendieren?

  • Bosrendieren zijn enorm goed aangepast tegen kou. Uiteraard krijgen ze in de herfst een dikke wintervacht. In tegenstelling tot andere zoogdieren zijn bovendien zelfs hun lippen bedekt met haren, door de langere vacht rondom de bek.
  • In de natuur maken mannetjes bosrendieren geen deel uit van de groep. Vrouwtjes en jongen trekken in groepen rond. In de paartijd vechten de mannetjes erom, wie er een tijd lang met zo’n groep mee mag lopen. Van al dat vechten en bewaken komt een mannetje in die periode niet aan eten toe. Daarom kan een mannetje zijn harem ook slechts hooguit een paar weken houden. Dan komt een sterkere - en vooral minder uitgehongerde - tegenstander op zijn pad. 
  • Rendieren zijn de enige herten waar mannetjes en vrouwtjes een gewei hebben, alleen dat van de vrouwtjes is veel kleiner.
  • Ook in de koude streken van Amerika, met name Canada, leven wilde rendieren. Daar worden ze kariboe genoemd.
Voortplanting

Voortplanting

In een leefmilieu met heel duidelijke jaargetijden kennen dieren vaak een paar- en een geboorteseizoen. Zo ook de bosrendieren. De bronsttijd is in de herfst en na 7,5 maand worden de jongen geboren, meestal in de maand mei. Dan is er in de natuur weer voldoende voedsel beschikbaar, zodat het zogende moederdier genoeg voedingstoffen binnenkrijgt voor het aanmaken van melk. Een rendiervrouwtje baart telkens één jong. Zo’n pasgeborene is al behoorlijk groot, vooral de poten zijn naar verhouding enorm lang. De vacht van de jongen is in de eerste maanden roodbruin en daarmee een stuk lichter dan van de volwassenen.

Eén met de natuur

Eén met de natuur

Het bosrendier is de wilde familie van het huisrendier waarvan miljoenen semi-wild door Scandinavië lopen. Van deze huisrendieren worden het vlees, de melk, de vacht, de botten en nog meer onderdelen gebruikt. Ook worden ze als draag- en trekdieren ingezet. Het huisrendier is wat gezetter en kleiner dan de wildvorm. Bosrendieren geven tevens, zoals de naam al zegt, de voorkeur aan beboste leefgebieden boven de open toendra. Bos- en huisrendier kunnen wel met elkaar kruisen.

Bedreiging en bescherming

Bedreiging en bescherming

Het grootste probleem voor bosrendieren is het feit dat de mens ruimte en voedsel meer aan zijn huisdieren gunt dan aan wilddieren. De concurrentie met huisrendieren is daarom de meest urgente bedreiging, naast jacht en habitatverlies. Daarom zijn er tegenwoordig weliswaar veel huisrendieren, maar de populatie bosrendieren is klein. Toch is er zeker hoop. Zo’n 250 jaar geleden werd het bosrendier uitgeroeid in Zweden en een paar decennia later was deze soort ook in Finland verdwenen. Een populatie in West-Rusland overleefde. Een deel daarvan migreerde later zelfstandig terug naar Finland. In de jaren ’80 is men begonnen met herintroductieprojecten (het door de mens ondersteunde terugkomen) in Finse gebieden waar deze herten niet zomaar makkelijk vanzelf vanuit Rusland naartoe kunnen migreren. Inmiddels zijn er in Finland weer 2000 exemplaren, deels nog steeds ondersteund en continu onderzocht door ecologen. Zweden overweegt nu herintroductie van deze rendieren op zijn grondgebied.

In dierentuinen is er een fokprogramma (EEP) voor deze zeldzame herten. Uit de EEP-populatie zijn ook weer dieren in Finland losgelaten.

De bosrendieren in Burgers’ Park

De bosrendieren bewonen een schaduwrijk verblijf in Burgers’ Park, vlak bij de ingang tot de Rimba. Het mannetje bosrendier is hier in de dierentuin wel degelijk het hele jaar door samen met de vrouwtjes gehuisvest en gelukkig gaat dit prima.

In mei wordt elk jaar een aantal jongen geboren. Het is leuk om te zien hoe de jongen al snel na de geboorte hun moeder volgen. In dezelfde periode van het jaar groeit bij de volwassen dieren een gewei, dat vooral bij het mannetje erg indrukwekkend is. Tot begin augustus is het gewei bedekt met ‘basthuid’: een goed doorbloede huid met een veloursachtige beharing. Zolang deze basthuid op het gewei zit, groeit het bot eronder. Op een gegeven moment sterven de bloedvaten af, de basthuid wordt droog. Het hert veegt de droge huid aan struiken en boomstammen. Meestal gebeurt dat in Burgers’ Zoo in de loop van augustus. Een raar gezicht om zo’n rendier dan enkele dagen met flarden huid hangend aan zijn gewei te zien rondlopen!

Het mannetje werpt zijn gewei aan het eind van de herfst of het begin van de winter af. De vrouwtjes doen dat geruime tijd later pas.

Rendieren zijn prima uitgerust om onze winter zonder verwarmde stal te doorstaan. Wel hebben ze een hekel aan nat-koud weer en daarom is een overkapping waaronder het droog is wel belangrijk. Ook qua gezondheid kunnen ze beter een ‘Elfstedentochtwinter’ hebben dan maandenlang vijf graden en regen.

Zomerse warmte doet de dieren minder dan de meeste bezoekers vermoeden. Ze zijn even goed bestand tegen warmte als de Afrikaanse hoefdieren of onze Nederlandse koeien. Tot een graad of 30, 35 is hitte geen probleem voor ze. Als ze het dan toch te warm krijgen, lopen ze even door het poeltje in hun verblijf. En ze gaan hijgen; geen teken van uitputting of oververhitting, maar gewoon een manier om via versterkte verdamping van speeksel het bloed in de bloedvaten van de bek af te koelen.

Qua voedsel krijgen de bosrendieren in Burgers’ Zoo hooi, veel takken en bladeren, speciale voederbrokken voor bladeters en nog wat wortels, zemelen en bietenpulp.