Vanaf het begin van het Safaripark, althans vanaf 1969 toen het hoefdierengedeelte in gebruik werd genomen, zijn er elandantilopen geweest. Deze statige dieren die de rust zelve uitstralen, hebben zich daar altijd erg goed thuis gevoeld.
De kudde zorgde elk jaar voor jongen. In onze administratie hebben we gevonden dat er vanaf 1982 meer dan honderd dieren zijn geboren!
Dat verheugende succes begon de laatste jaren echter een beetje tegen ons te werken. Omdat elandantilopen in veel dierentuinen aanwezig zijn en ze bijna overal wel fokken, werd het steeds moeilijker om de nakomelingen in erkende dierentuinen onder te brengen.
Wat te doen? De soort is in het wild gelukkig niet bedreigd dus daarom is fokken niet zo noodzakelijk. Maar deze antilopen hebben een interessant gedrag bij het grootbrengen van de jongen. De jonge kalfjes worden door de moeders samen gebracht in zgn. crèches die ook in het safaripark altijd duidelijk waren te observeren. Een leuk gezicht en een interessant gedrag waarmee de dieren in het wild waarschijnlijk een betere overlevingskans voor de kalfjes en zichzelf verkregen. Wanneer je als enige moeder met jong in een groep loopt met allemaal dieren zonder jongen val je voor een roofdier natuurlijk meer op en ben je een makkelijk herkenbare prooi. Door je in een groep te begeven waarin alle dieren er min of meer weer hetzelfde uitzien, wordt de kans kleiner om door bijv. een leeuw geselecteerd te worden. Dit gedrag was voor ons een reden om de dieren niet op de pil te zetten of te steriliseren. Maar dan zit je dus daarna wel met een overvolle stal (de kuddeomvang van de laatste jaren schommelde rond de twintig dieren).
Ooit hebben we zelfs gedacht dat elanden mogelijk nog belangrijk zouden kunnen zijn als draagmoeders voor de veel zeldzamere bongo-antiloop. In Amerika is er wel eens een embryo-implantatie succesvol uitgevoerd van een bongo in een elandantiloop. Dat gaf het vooruitzicht dat op die wijze de kleine populatie bongo's wat sneller zou kunnen groeien. Maar gelukkig zijn de bongo's op eigen kracht hun aantal uit gaan breiden waardoor deze kunstgreep niet nodig blijkt. Een andere gedachte was om vanuit de bovenstaande educatieve achtergrond elk jaar enkele jongen geboren te laten worden, hiervoor gedurende het seizoen een toekomstig adres te zoeken en wanneer dit binnen een jaar niet zou lukken de jonge dieren waarvoor geen geschikte accommodatie beschikbaar was, te euthanaseren. Dit zou voor de dieren geen ongerief betekenen omdat het inslapen pijn- en stressloos gebeurt en de dieren op die leeftijd toch onafhankelijk van hun moeder zouden zijn (dus geen extra stress voor de moeder). Toch vonden we dit ook niet alles. Een wat definitievere oplossing zou welkom zijn.
In het algemeen zijn dierentuinen tegenwoordig steeds serieuzer bezig met collectieplanning. Dat betekent dat zij zo goed mogelijk voor zichzelf nagaan welke soorten zij zeker in de collectie willen houden en hoeveel dieren er per soort gehouden kunnen worden. Het houdt ook in dat men zich moet bezinnen op het fokbeleid. Hoeveel jongen mogen er geboren worden en hoe voorkomen we overschotten terwijl de populaties niet mogen vergrijzen door geboortebeperkingen. Een hele klus waarbij er veel afhangt van wat de collega-dierentuinen doen. Daarom werken de parken hierbij zoveel mogelijk samen in zgn. regionale collectieplannen. Stamboeken en EEP's spelen hierbij natuurlijk een grote rol. Voor elandantilopen is er nog geen stamboek (omdat ze niet zeldzaam zijn).
Misschien zouden we in het safaripark beter een andere soort antiloop kunnen gaan houden die internationaal en educatief wat belangrijker is? Daarbij komt dat we op het punt staan om het park in de komende tijd wat anders te gaan inrichten zodat een eventuele verandering in het dierbestand hiermee mooi gecombineerd zou kunnen worden.
Na rijp beraad is er daarom besloten om de hele kudde uit onze collectie te verwijderen. Maar hoe raak je 22 elandantilopen kwijt? Dat gaat inderdaad niet zo maar. Gelukkig hebben we voor een dergelijk karwei een getalenteerde biologisch specialist, Marc Damen, die over de hele wereld contacten onderhoudt en zeer veel dierentuinen daadwerkelijk kent.
Het is hem gelukt om de totale groep in drie subgroepen onder te brengen in dierentuinen in Polen en Spanje en in de Verenigde Arabische Emiraten. De laatstgenoemde bestemming betreft een serieus fokstation voor allerlei antilopen. Er zijn zeer ruim bemeten verblijven en via contactpersonen die het station bezochten, weten we dat de verzorging prima is.
Toen de laatste groep van acht dieren naar Schiphol vertrok, was dat een historisch moment. Voor het eerst sinds 31 jaar geen elanden meer. Dat is even wennen. Hun stal is wel erg leeg.
Binnenkort zal deze worden afgebroken en is er weer een stap gezet in het vernieuwingsproces van het Safaripark. En welke soort er nu voor terug komt? Dat vertellen we u later.
Op vrijdag 9 februari om 07.30 uur ontdekten onze dierverzorgers in de stal een pasgeboren Rothschil…
9 februari 2024
Safaripark Beekse Bergen en Koninklijke Burgers’ Zoo hebben twee cheeta vrouwtjes met elkaar geruild…
18 januari 2024
Op dinsdagochtend 26 september vertrok een bijna 2,5-jarige breedlipneushoorn vanuit Burgers’ Zoo na…
26 september 2023