Eind 2007 ontvingen wij uit de Hortus in Amsterdam een aantal knollen van tropische aronskelken. Ze behoorden tot het geslacht Amorphophallus. In de Bush hadden we al enkele soorten, maar die kwamen nauwelijks in bloei. Omdat het blad echter ook interessant is, wilden we de collectie toch om educatieve redenen wat uitbreiden.
Amorphophallussen doen een beetje geheimzinnig. Een deel van het jaar zijn ze onvindbaar. Dan zitten ze gewoon als knol in de grond en bereiden zich voor op een flinke energie investering: de vorming van één blad! Dat blad is dan wel heel groot, soms wel een meter in diameter, en blijft meestal langer dan een half jaar intact. Daarna sterft het af en verdwijnt de plant weer een tijdje uit zicht.
Volgens de boekjes gaat dat zo een tijdje door totdat de knol besluit geen blad te maken, maar een bloem: één bloem. De meeste van de 170 soorten Amorphophallussen maken een enorme bloem die eveneens enorm kan stinken. Dat is om vliegen en andere aasbezoekende insecten aan te trekken die voor de bestuiving moeten zorgen. Mensen worden er soms onpasselijk van en daarom is het ook niet zo erg dat onze planten niet zo makkelijk bloeien. Maar je mist wel wat!
Die zogenaamde bloem is overigens geen bloem, maar een hele verzameling bloemetjes op een dikke, vlezige steel die omgeven is door een groot schutblad, net zoals bij alle aronskelken (bijvoorbeeld de Anthurium). Onderaan zitten vrouwelijke bloemetjes die later besjes vormen, daarboven zitten de mannelijke bloemetjes die het stuifmeel maken en daarboven zitten heel kleine steriele bloemetjes op die dikke, vlezige bloeisteel die ver uit de kolf steekt.
Aan die dikke steel heeft de plant zijn wetenschappelijke naam te danken. Amorphophallus betekent letterlijk ‘vormeloze penis’. Preutse naamgevers omzeilen deze vertaling met namen als ‘duivelstong’ en ‘duivelsknol’. Dat duivelse zal wel zitten in het feit dat aronskelken tot een giftige plantenfamilie behoren. De plant die begin februari in de Bush is gaan bloeien, is een Amorphophallus konjac uit Amsterdam die we dan maar duivelstong zullen noemen.
Deze soort wordt in Azië wel geteeld vanwege de gelatineachtige stof die uit de knol gewonnen wordt en die medicinaal wordt toegepast, maar ook wel in snoepjes. Zo’n snoepje is overigens een riskante traktatie, want de gel neemt enorm veel vocht op en als je er niet gelijk grote hoeveelheden water bij drinkt, krijg je serieuze problemen in maag en ingewanden! Dus toch een beetje duivels.
Hoewel er zowel vrouwelijke als mannelijke bloemetjes in zo’n kolf zitten, kan de plant zichzelf niet bestuiven. De mannetjes bloeien pas nadat de vrouwtjes uitgebloeid zijn. De insecten zijn dus echt nodig om het stuifmeel naar een plant te brengen, waar dan de vrouwtjes net bloeien. In de Bush bloeit er nu maar één plant, dus er zal geen zaad gevormd worden!
Sinds april vliegen er twee opvallende nieuwe vogels in Burgers’ Bush. Het gaat om twee mannetjes zw…
27 augustus 2024
Het jaarthema van 2024 van de Nederlandse Verenging van Botanische Tuinen luidt ‘insecten’. Een soor…
19 februari 2024
Een dierentuin is een boeiende organisatie. De meest uiteenlopende dieren en planten moeten goed ver…
12 januari 2024