In het wild neemt de populatie monniksgieren steeds verder af. Door middel van een Europees kweekprogramma (EEP) en het uitzetten van gekweekte dieren in het wild willen dierentuinen een bijdrage leveren aan het voortbestaan van de soort.
De monniksgier is één van de grootste gieren van de Oude Wereld. Met een spanwijdte van 250-295 centimeter zweven ze over de bergen van Zuid-Europa en Centraal-Azië. Hier leven ze voornamelijk van karkassen die ze met hun grote snavels aan stukken rijten. Tijdens het broedseizoen, van februari tot april, wordt over het algemeen één ei gelegd. In het wild broedt maar zestig procent van de populatie; dit betekent dat de dieren over het algemeen niet jaarlijks broeden. Na een incubatietijd van ongeveer 55 dagen komt het jong uit het ei. Na 100 dagen heeft hij een mooi zwart verenkleed en is hij klaar om uit te vliegen. In de dierentuin is de verleiding groot om weer op het nest te gaan zitten, waardoor het jong mogelijk een nieuw legsel verstoord.
De Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (Zoo Antwerpen en Planckendael) in België is stamboekhouder van het kweekprogramma voor monniksgieren. In Planckendael is een speciale ‘datingvolière’ voor deze gieren gebouwd waar jonge dieren van dierentuinen uit heel Europa samen geplaatst worden om zelf een partner te kiezen. Uit onderzoek is gebleken dat de vrije keuze bijdraagt aan het kweeksucces. Als er een koppel gevormd is, wordt het apart gezet om in rust te kweken binnen de Belgische of een andere Europese dierentuin. In de eerste twee jaar zullen de dieren nog geen koppels vormen, pas bij een leeftijd van drie jaar zullen ze toenadering zoeken. De dieren zijn na vijf jaar pas geslachtsrijp en kunnen vanaf dit moment voor nageslacht zorgen. Tegelijkertijd vindt er een opvallende verandering van hun verenkleed plaats; dit wordt bruin in plaats van zwart.
Het kweekprogramma is er ook op gericht om een deel van de gekweekte dieren uit te plaatsen in het wild. In 2005 en 2011 zijn er twee dieren van ons in Zuid-Frankrijk uitgezet. Hiervoor worden de dieren, ter plaatse, in speciale uitwenkooien geplaatst om ze steeds meer aan de vrijheid te laten wennen. Het jong van 2014 blijft echter in de dierentuinpopulatie om op deze wijze een bijdrage te leveren voor de volgende generaties.
Halloween en pompoenen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met een knipoog naar donderdag – 31…
30 oktober 2024
Woensdag 23 oktober 2024 om 13.30 uur presenteert kinderboekenschrijver Paul van Loon samen met Dolf…
23 oktober 2024
Donderdag 17 oktober is een 32-jarige breedlipneushoorn van Burgers’ Zoo naar dierenpark Le Monde Sa…
17 oktober 2024