In het noorden van Nieuw-Zeeland is een sereen magisch bos waar een stam opdoemt van meer dan 13 meter omtrek en 4,4 meter doorsnede. De gigantische boomstam reikt tot wel 50 meter de lucht in. Menig bezoeker voelt zich klein en nietig onder deze grootste Kauri-conifeer (Agathis australis) van het bos. Een jonge Kauri is ook in Burgers’ Bush te vinden.
Het is tussen de vele bijzondere bomen in het regenwoud van de Bush wel even zoeken naar de Kauri. Er is nog geen enorme stam te herkennen. Een eerste aanwijzing is dat het een conifeer is. De kleine Kauri staat in de rechterborder aan het begin van het Bush-terras. Toch steelt een bekendere en meer opvallende conifeer nu nog de show. Namelijk de grote kamerden (Araucaria heterophylla). Deze conifeer staat in het groenperkje links van het Bush Restaurant. De kamerden heeft de kenmerkende naaldachtige bladeren, waaraan iedereen denkt bij coniferen. Het loof van de Kauri lijkt echter gewoon op blad, ondanks dat het een conifeer is! De bladeren van de Kauri zijn wel kenmerkend leerachtig met een waslaag aan de onderkant. Ze veranderen gedurende het leven van een Kauri van een bronzen kleur naar helder groen.
Het is dus niet de vorm van het blad dat zorgt voor het behoren tot de coniferen-familie. De naam ‘coniferen’ verraadt het eigenlijk al, want het betekent ‘kegeldragers’. Zo zitten de tongvormige zaden van de Kauri verpakt in een bijna ronde kegel. De kegels zitten solitair aan een dikke bloemsteel met soms 2 tot 4 kegels aan een tak. Ook hier is een mooie kleurverandering, van wit blauwgroenig tot bruin wanneer ze rijp zijn.
Als de Kauri beschadigd raakt, komt er sap uit; ook wel hars genoemd. Dit beschermt de boom tegen schimmels en ongedierte. Het sap wordt veelvuldig gebruikt voor het maken van linoleum, verf en vernis. De bast van een Kauri schilfert continu, waardoor er een schilderachtig patroon van randjes en kleuren ontstaat.
Een ander bijzonder aspect van zijn groei is dat de onderste takken afvallen. Zo ontstaat een stam in de vorm van een lange cilinder. Om te volgroeien heeft een Kauri wel 800 jaar nodig en de oudste is naar schatting tussen de 1250 en 2500 jaar oud. De jonge conifeer in de Bush kan met zijn 3 tot 4 meter hoogte nog even doorgroeien tot hopelijk ‘de heerser van het bos’.
Vleermuizen hebben ten onrechte een slechte reputatie: het zouden bloeddorstige vampiers zijn! Als w…
31 oktober 2022
Het jaarthema van de Vereniging van Botanische Tuinen (NVBT) is ‘Planten op reis’. In dit stukje nem…
18 oktober 2022
Het volledig vernieuwde Bush Restaurant is geopend voor al onze bezoekers! Voor het ontwerp en de vo…
14 oktober 2022