De ontwikkeling van Burgers’ Zoo heeft een volgende mijlpaal bereikt nu er opnieuw een bouwfase van de ombouwing van Burgers’ Bush is afgesloten met de officiële opening.
Toen de burgemeester van Arnhem, Pauline Krikke, op 14 oktober jongstleden twee harems zebra’s binnen liet om hun nieuwe onderkomen te verkennen, was dat tevens de afsluiting van de bouw van deze hele fase, die meerdere functies herbergt. Het is duidelijk dat er nog wel wat puntjes op de i gezet moeten worden, maar alle ruimtes zijn nu in gebruik en vormen een waardevolle aanvulling.
Nadat onze vorig jaar overleden directeur Antoon van Hooff in 1966 het estafettestokje overgenomen had van zijn vader Reinier, werd er al snel een masterplan ontwikkeld. Belangrijk onderdeel in dat plan was een enorme tropische hal met een ombouwing waarin tal van warmtebehoeftige functies zouden worden ondergebracht. Het was een zeer ambitieus project, dat pas realistischer werd toen het park al nieuwe successen geboekt had met het Safaripark, de chimpansees, het wolvenbos etcetera. Inmiddels was er ook een revolutionair type kunststof dak in ontwikkeling dat het mogelijk leek te maken om de hal te bouwen zonder extra steunconstructies aan de binnenzijde. De Mangrovehal (toen de proefhal) werd in 1980 speciaal gemaakt om deze constructie uit te testen. In deze aanloop naar de Bush was er ook behoefte aan een "artist impression" van de hal om financiers en overheden inzicht te kunnen geven in de plannen. Jarenlang was deze afbeelding in het speeltuinrestaurant op de placemats te zien. Op deze afbeelding was rond de Bush een enorm rechthoekig bouwwerk te zien van meerdere etages waarin allerlei functies zichtbaar waren.
Uiteindelijk werd de Bush zelf, zonder de ombouwing, in 1988 geopend. Het was een enorm succes en de bezoekers stroomden uit binnen- en buitenland toe om in Arnhem een tropisch avontuur te beleven. Nadat intussen ook de Desert erbij was gekomen, waren we toe aan de ombouwing van de Bush. Het principeontwerp voor de hele ombouwing en het ontwerp van de eerste fase, Burgers’ Ocean, werden gemaakt door Wiegerinck Architecten, die ook voor het ontwerp van Fase Twee tekenden. Geïnspireerd door de vorm van sommige platte dieren, zoals bijvoorbeeld platvissen, ontstond een onregelmatig elliptisch dak dat golvend in hoogte varieert. Het metaalkleurige dak reflecteert de hemel en dit luchtige karakter wordt nog versterkt doordat het door een rand met ramen naar beneden toe gescheiden wordt van de buitengevel van het gebouw, dat juist een veel ‘aardser’ uiterlijk heeft. In 2000 was de Ocean klaar.
Op 26 april 2004 werd het contract ondertekend voor de bouw van de tweede fase. Voorafgaand daaraan was er al het nodige voorbereidende werk gedaan.
De route naar de Safaribrug, die oorspronkelijk links om de Bush bereikbaar was, lag daar dwars over het te bebouwen terrein. Het Safaripark moest daarom rechts om de Bush bereikbaar worden via de weg tussen Ocean en Gorilla-eiland. Een deel van de brug moest worden afgebroken, er werd een nieuwe opgang naar de brug gemaakt, en de paden werden aangepast. Omdat onze bezoekers daar wel erg ver weg van de dichtstbijzijnde toiletten en horecavoorzieningen verwijderd zouden zijn, werden er nieuwe voorzieningen gebouwd in de buurt van ingang Oost bij de daar al staande kiosk en snackbar. Het uiterlijk van de gebouwtjes werd aangepast, zodat het nu de sfeer van een Afrikaans dorpje uitademt.
Een heel ander dorp ontstond aan de andere zijde van de Bush. Voor zo’n bouwproject zijn nogal wat voorzieningen nodig voor de mensen van de diverse bedrijven die het geheel uitvoeren. Toiletten, kantoren, opslagruimten, vergaderruimte, werkplaatsen, enzovoort. Een speciale bouwweg moest ervoor zorgen dat leveranciers hun materiaal snel naar de juiste plaats kunnen brengen, vaak bij voorkeur binnen bereik van de grote bouwkraan.
Het te bebouwen terrein lag vol met belangrijke leidingen voor electriciteit, riolering, telefoon, water, gas, et cetera en bovendien zouden de komende bouwfasen zelf nog een flink aantal nieuwe leidingen noodzakelijk maken. Daarom werd ruim om het bouwterrein heen een meer dan twee meter diepe en ongeveer even brede geul gegraven, waarin al die leidingen in meerdere etages op elkaar werden gelegd. In de toekomst ligt daar dus geen onoverzichtelijk web van leidingen meer, die bij elke graafactiviteit in de weg liggen, maar een overzichtelijk tracé.
Omdat het gebouw direct tegen de Bush aanligt en de wand van de Bush op die plaats vervangen moest worden, moest er ook in de Bush zelf nogal wat gebeuren. Bovendien is daar een ruimte gebouwd voor de luchtbehandeling van die hoek van de Bush met daarboven een gang. Die gang leidt naar de nieuwe zalen en zal in de toekomst de verbinding vormen tussen het nieuw te bouwen Safarirestaurant en de zalen.
Om de gang nu al bereikbaar te maken, moest een nieuwe weg in de Bush aangelegd worden die geleidelijk naar het niveau van de eerste verdieping voert. In de toekomst zullen bezoekers van het Safaripark langs die weg terugkomen in de Bush. De Victoriavijver heeft jammer genoeg plaats moeten maken voor de nieuwe weg. De nu nog jonge aanplant in die hoek zal zich snel ontwikkelen en de sfeer van het tropisch bos ook daar weer terugbrengen.
Nadat de fundering was gelegd, kwam uiteraard eerst de begane grond aan bod. Daarin zouden de stallen voor de zebra’s en de meeste antilopen komen. Drie grotere ruimtes werden ingericht als ruime groepsstallen. De dieren in deze groepsstallen zijn als het ’s winters erg koud wordt door het publiek te zien vanuit een speciale gang aan de kant van de Bush. Die gang heeft dezelfde sfeer gekregen als de Safaribrug buiten.
De ruimte voor de stallen is erg groot. Er is vanuit gegaan dat we in de toekomst geen nieuwe stalruimte voor dit soort dieren meer hoeven bij te bouwen en dat er dus geen probleem ontstaat als de kuddes groeien, als het eens tegenzit met het vinden van een nieuwe bestemming voor overtollige dieren, of als een tot dan toe harmonieuze groep plotseling uit elkaar valt en in individuele boxen moet worden ondergebracht. Voorlopig zal de stal bij lange na niet vol staan.
Zulke stallen worden over het algemeen gemaakt van staal en hout. Om diverse redenen is er in dit geval voor gekozen het grootste deel in kunststof uit te voeren. De frames zijn helemaal van glasvezelversterkt kunststof. Voor de panelen hebben we de keuze uit hout en kunststof, al naar gelang de eisen die de dieren stellen. In de grote groepsstallen is gekozen voor hout, omdat dit er voor onze bezoekers wat gezelliger uitziet dan de nogal zakelijke grijze kunststof panelen.
De vloeren van de stallen zijn voorzien van een speciale coating met een op het oog nogal grof aandoende laag zand/kiezeltjes erop. Vooral in de looppaden is dit materiaal vrij ruw van structuur. Daardoor zullen de dieren nooit uitglijden, wat op een gladde betonvloer zeker wel zal voorkomen.
Hoewel de stallen voor een groot deel onder de eerste verdieping van het gebouw liggen, wilden we er toch zoveel mogelijk zonlicht hebben. Om dit te bereiken zijn dwars door de bovenverdieping een drietal enorme kokers gebouwd van het dak naar de stallen. Van boven zijn de kokers afgedekt met kunststof lichtstraten. De binnenwanden van de kokers zijn met een speciaal spiegelend folie bekleed waardoor er beneden een enorme lichtopbrengst is.
Naast de stalruimten is er op de benedenverdieping nog een enorme ruimte voor de techniek. De ventilatie, verwarming, en eventueel ook koeling van de diverse ruimtes, niet alleen in deze bouwfase, maar bijvoorbeeld ook voor een deel van de Bush, zijn hier onder meer ondergebracht. Elk van de ruimtes stelt zijn eigen eisen aan het binnenklimaat. In de stallen moet er uiteraard een royale ventilatie zijn om ondanks alle mest en urine die hier dagelijks worden geproduceerd toch een gezonde en aangename luchtkwaliteit te garanderen. In de zalen moeten de vergaderende gasten natuurlijk niet slaperig worden of last krijgen van onaangename temperaturen als ze een paar uur stil op hun stoel zitten. Bovendien mag de luchtbehandeling daar natuurlijk geen hinderlijk geluid produceren. In de Bush moet de luchtbehandeling zowel in staat zijn het enorme volume snel genoeg te verwarmen als te koelen. De temperatuurverschillen binnen de Bush moeten zo klein mogelijk gehouden worden en de enorme hoeveelheid lucht die daartoe verplaatst moet worden, mag natuurlijk niet tot een soort lokale stormpjes leiden. Nieuw in ons park is dat we nu de mogelijkheid hebben overtollige warmte in de bodem op te slaan. Op een ander tijdstip, als we juist extra warmte nodig hebben, kunnen we door middel van een warmtepomp weer energie aan de bodem onttrekken. Die overtollige warmte komt vooral uit de Ocean, maar het is nu ook mogelijk ’s zomers de Bush te koelen.
Op de verdiepingsvloer is een fraai zalencomplex gerealiseerd. De Knoefzaal, geschikt voor groepen tot circa 100 personen was hier al sinds het gereedkomen van de Ocean in 2000. De zaal is nu volledig geïntegreerd in het nieuwe complex, dat voorts de ruime Foyer, geschikt voor circa 600 personen en het fraaie Auditorium met 450 stoelen telt. In de beide nieuwe zalen is de bijzondere vorm van het dak met zijn gelamineerde dakleggers niet alleen duidelijk herkenbaar, maar zelfs beeldbepalend. Een opvallend element in de Foyer is de Longneckbar. Van de vele mensen die hier hun koffie of drankje aan deze ronde bar komen halen, zullen er maar weinig zijn die zich realiseren dat achter de geschilderde giraffenhuid op de cilinder die als achtergrond voor de bar fungeert, zich één van de grote lichtkokers bevindt die zonlicht van het dak naar de stallen voert. Een pantry achter de schermen is essentieel om de capaciteit van de bar zo groot te maken dat het geen enkel probleem is om de 450 gasten van het auditorium ook in een korte pauze snel allemaal van koffie, thee of andere drankjes te voorzien. De eigentijdse inrichting van de Foyer is geïnspireerd door de kleuren, materialen en sfeer van de Afrikaanse savanne. Afrikaanse kunstwerken, zoals de schilderijen in de Foyer en de garderobe, zijn hierin volkomen op hun plaats.
Het Auditorium met de stoelen in amfitheateropstelling (schuin oplopende vloer) heeft een zorgvuldig uitgekiende akoestiek en een geluidsversterking die het mogelijk maakt dat men vanuit alle hoeken van het podium in de hele zaal goed te verstaan is, zonder dat daar extra microfoons aan te pas komen. De onopvallend aanwezige kleine grensvlakmicrofoons zijn voldoende. Sprekers die een computerpresentatie willen tonen kunnen met behulp van een ‘touch screen’ eenvoudig de noodzakelijke techniek bedienen, inclusief de verlichting en het blinderen van de ramen.
De inrichting van deze zaal, inclusief de kleuren van vloerbedekking en stoelen, is helemaal opgehangen aan de jaarlijkse dramatische overtocht van de trekkende kuddes witbaardgnoes over de rivier de Mara. Annemarie van Lierop, biologe en kunstenares van Burgers’ Zoo, die al jaren alle mogelijke afbeeldingen en illustraties verzorgt, werkte wekenlang aan een speciale fotomontage met gebruik van meer dan dertig verschillende foto’s, om de overtocht van de gnoes in beeld te brengen. De afbeelding is geprint en op speciaal doek gespannen en beslaat nu de volledige achterwand van het Auditorium.
Het gereedkomen van fase twee is een belangrijke stap in de ontwikkeling van ons park. Maar tijd om achterover te leunen is er niet, we zijn inmiddels alweer hard aan het werk voor fase drie.
Een centaur is een paardmens uit de Griekse mythologie. Een centaur heeft voor driekwart het lichaam…
Enkele seconde geleden
Een weerwolf is een mythologisch figuur dat vooral in de Europese folklore voorkomt. Een weerwolf is…
Enkele seconde geleden
De yeti (ook wel migyur, yeren of verschrikkelijke sneeuwman genoemd) zou volgens de verhalen een re…
Enkele seconde geleden