In regenwouden groeien niet zo heel veel kleine planten, althans niet op de bodem. Het is er gewoon te donker. Ze groeien daarom hogerop, op de takken of tegen stammen. We noemen ze epifyten. Dat zijn dus planten die op planten groeien. Bekende voorbeelden hiervan zijn orchideeën, bromelia’s en veel varens, maar er zijn honderden andere soorten. Zo groeit er in de Zuid- en Midden-Amerikaanse regenwouden een plantengeslacht waarvan enkele soorten ook onze huiskamer hebben bereikt: de Anthurium.
In de volksmond wordt hij vaak ‘flamingoplant’ genoemd. Dat komt waarschijnlijk omdat hij een felrode of roze bloem heeft. Ik zou niet weten wat er verder nog flamingoachtig aan deze planten is. Maar voordat ik verder ga, moet ik nu maar meteen mezelf corrigeren want wat een rode bloem zou zijn, is eigenlijk helemaal geen bloem maar een felgekleurd schutblad. Op de plaats waar dit schutblad aan de bladsteel zit, ontspringt een steeltje dat de echte bloemen bevat. Het zit helemaal vol met ontelbare kleine bloemetjes die je het best met een loepje kunt bekijken. Nogal onaanzienlijk en dat is een nadeel wanneer je bestuivers aan wilt trekken. Je kunt het dan proberen met sterke geuren, maar dat is een strategie die Anthuriums niet toepassen. Voor de geur hoef je ze niet in huis te halen. Ze lossen het op met dat gekleurde schutblad. Dat is een succesvol uithangbord dat van verre opvalt. Het trekt zelfs mensen aan. In 1876 zijn de Anthuriums in Colombia ontdekt en spoedig daarna naar Europa gebracht en wel naar België. Van daar zijn ze via Londen naar vele landen doorgereisd en zijn nu op veel vensterbanken te vinden. Maar eigenlijk horen ze dus boven in de bomen!
Dat rode schutblad is ook nog dienstig na de bloei wanneer er besjes aan dat bloeisteeltje verschijnen. Vogels of hagedissen die eens nieuwsgierig komen kijken, worden getrakteerd op een sappige verrassing en de plant krijgt als beloning dat haar zaadjes via de mest van die dieren weer op andere boomtakken terecht komt.
De Anthurium met die rode schutbladeren is niet de enige. Er zijn meer dan 800 soorten: soms hele kleine maar ook hele grote! In de Bush hebben we zo’n twintig soorten die deze variatie prachtig illustreren. Maar de schutbladen zijn vaak lang niet zo kleurig en soms ook maar heel klein. Die planten moeten het dus oplossen met geuren en zullen onze vensterbank waarschijnlijk nooit bereiken. De flamingoplant echter heeft het helemaal gemaakt. Er zijn kwekerijen waar honderdduizenden ‘bloemen’ per jaar worden geoogst voor in de vaas. En die gaan lang mee, want de schutbladeren hebben een glanzende waslaag die het verleppen lang weet te voorkomen.
Vleermuizen hebben ten onrechte een slechte reputatie: het zouden bloeddorstige vampiers zijn! Als w…
31 oktober 2022
Het jaarthema van de Vereniging van Botanische Tuinen (NVBT) is ‘Planten op reis’. In dit stukje nem…
18 oktober 2022
Het volledig vernieuwde Bush Restaurant is geopend voor al onze bezoekers! Voor het ontwerp en de vo…
14 oktober 2022