Afgezien van de rendieren heeft Burgers’ al heel lang geen hertensoorten meer in haar collectie gehad, terwijl deze diergroep alleen al vanuit educatief oogpunt zeker de moeite waard is. In de loop van hun evolutie hebben ze het hele noordelijke halfrond tot hun verspreidingsgebied gemaakt en van daaruit hebben zelfs enkele soorten Zuid-Amerika bereikt. In Afrika hebben ze maar korte tijd in het noordelijke deel geleefd toen er nog landbruggen waren met Europa.
De meest primitieve vormen zijn echter alleen nog te vinden in Zuidoost Azië, ons Rimba-gebied, en wij hebben daarvan de muntjak als voorbeeld. Dit kleine hertje, dat vanwege zijn alarmroep ook wel blafhert wordt genoemd, leeft onopvallend in de dichte begroeiing en houdt zich overdag het liefst verborgen. Maar de soort past zich makkelijk aan en mogelijk gaan we de dieren ook overdag actief zien. Let dan eens op het gewei van de bok: een gaffeltje op een tamelijk lange rozenstok. In vergelijking met het gewei van andere, modernere herten zijn het nog geen imponerende wapens. Muntjaks maken dan ook nog veel eerder gebruik van hun hoektanden om indien nodig toe te bijten. En dat kunnen de modernere herten niet meer, omdat die hun hoektanden zijn kwijt geraakt toen ze hun gewei steeds meer gingen gebruiken. Maar ook hun dieet veranderde! De primitievere herten (waar onder ook de kantjil) eten soms wel dierlijk voedsel en zijn veel meer ‘alleseter’ dan de pure plantenetende nieuwere herten. Maar primitief of niet, succesvol zijn ze wel. In verschillende Europese landen zijn ze inmiddels verwilderd en concurreren ze succesvol met de reeën.
Ze planten zich makkelijk voort en dat bleek nu al zelfs bij ons. Drie weken voor de opening van de Rimba zorgden zij voor de eerste geboorte in dit nieuwe leefgebied! Alleen de verzorgers hebben het kalfje gezien, want het lag netjes in de stal, maar zelfs daar was het soms moeilijk te vinden.
Een wat grotere soort is het zwijnshert. Qua leefwijze lijk hij veel op de muntjak. Dat wil zeggen: ze zullen zich bij voorkeur verstoppen. Maar een verschil is dat de muntjak graag alleen leeft (solitair) en het zwijnshert vaker in een kleine harem wordt gezien. Een bok verzamelt in de paartijd enkele vrouwtjes en kan ook zelfs buiten de paartijd met hindes samen worden gezien. Bokken verdragen elkaar echter niet in de paartijd en vechten totdat is gebleken wie de sterkste met het grootste uithoudingsvermogen is. De kans dat u deze herten zult zien, is veel groter, maar garanderen kunnen we niets. Eigenlijk vinden we dat ook het bijzondere aan hun Rimba-verblijf. Enkele dieren zult u beslist zien, zoals de bantengs, en andere zijn als het ware een soort bonus: die tonen zich wanneer zij dat willen en daar moet je dus een beetje geluk bij hebben: net als in het wild.
De derde hertensoort, het lierhert, leeft in grotere kuddes en laat zich ook veel beter zien.
Ze zijn enigszins verwant aan onze edelherten, maar opvallend is dat hun gewei op een merkwaardige manier is gevormd: de voorhoofdtak (die naar voren wijst) vormt als het ware een doorlopende boog met de hoofdtak (die naar boven groeit). Met een beetje fantasie kun je dat ‘liervormig’ noemen. Onze dieren zijn nog jong en natuurlijk kun je dit alleen maar zien bij de bokken in de tijd dat ze een gewei hebben. In de rest van het jaar slaat hun naam nergens op. In het wild zijn ze zeldzaam geworden en ook in dierentuinen worden ze weinig gehouden. Burgers’ hoopt met deze soort een bijdrage te gaan leveren aan het Europese fokprogramma (EEP).
Burgers’ Zoo heeft sinds kort enkele grote reptielensoorten erbij. Wandelend door de Rimba, daalt u af in een onderaardse tunnel naar twee grote terraria voor reptielen. De watervaraan is het eerste dier dat u ziet, gevolgd door een aantal meters slang: de netpython. Deze slangensoort zal in één van de volgende ZieZoos aan bod komen. De watervaraan wordt ook wel Indische- of Salvator-varaan genoemd. Hij behoort tot de grootste varaansoorten met zijn maximaal 2,5 meter lengte, maar blijft toch nog een stukje kleiner dan de Komodo-varaan, die wel 3 meter kan halen. De naam geeft al aan dat de watervaraan graag in het water vertoeft, maar hij vindt het ook heerlijk om lui in een boom te liggen.
Er doen heel wat verhalen de ronde over draken. Grote vechters met scherpe tanden, klauwen en een gespleten tong die vuur kunnen spugen. Een levende diersoort die de meeste overeenkomsten met een draak heeft, is de varaan. Een varaan heeft scherpe tanden, waarvan vaak wordt gedacht dat ze giftig zijn. Dit is niet het geval, maar een varaan is een vleeseter waardoor hij vieze tanden heeft die ontstekingen kunnen veroorzaken na een beet.
Een varaan kan met zijn lange staart stevige tikken uitdelen. Varanen missen de speciale breukvlakken in de staartwervels, waardoor ze niet hun staart af kunnen werpen zoals vele hagedissoorten. Dus moeten ze extra zuinig zijn op hun staart. Als de verdediging met de staart niet genoeg is, hebben ze vlijmscherpe klauwen en krachtige kaken.
Al met al is de varaan een succesvolle jager die weinig vijanden heeft. De mens is de grootste vijand van de varaan, aangezien hij bejaagd wordt vanwege zijn vlees en eieren. Toch zijn er landen waar de varaan geliefd is, omdat hij ratten en gifslangen vangt. Mensen griezelen vaak van de gespleten tong die regelmatig wordt uitgestoken. Zo neemt het reptiel de omgeving in zich op. Met de tong ‘proeft’ hij de lucht. Met een speciaal orgaantje in zijn bek vangt hij geurstoffen in de lucht op; zodoende kan hij zelfs de minst sterke geuren waarnemen.
Ze verschijnen steeds vaker op de daken van huizen: zonneboilers of zonnepanelen. Door gebruik te maken van de kracht van de zon kunnen zonnestralen worden omgezet in warm water of elektriciteit. Dit is echter een aloude beproefde techniek voor reptielen. Koudbloedige dieren zoals insecten, vissen, amfibieën en reptielen nemen de temperatuur van de omgeving aan. Zij hebben geen intern kacheltje zoals de mens. Een varaan gaat ’s morgens vroeg op een zonnige plaats liggen om zo op temperatuur te komen. Pas dan wordt hij actief en gaat op jacht. In het plafond van het varanenverblijf zijn verschillende speciale lampen verborgen, die dienst doen als licht- en warmtebron. Er hangt zelfs een hoogtezon die de varaan extra UV-straling geeft. UV-straling is in dit geval niet bedoeld om een mooi kleurtje te krijgen, maar is noodzakelijk voor de aanmaak van vitamine D. Als u de varaan gaat bezoeken, zal het u niets verbazen dat de varaan heerlijk op een tak ligt te zonnebaden. Na het lezen van deze tekst weet u dat het niet gaat om een luie vorm van ontspanning, maar dat dit gedrag bittere noodzaak is voor de gezondheid van het dier!
Al zijn de herten duidelijk niet de favorieten bij het publiek, toch leven er in Burgers’ Rimba hele…
6 juli 2018
Over de hele wereld komen er zo’n vijftig soorten herten voor. Deze soorten zijn verspreid over Euro…
29 augustus 2016
Op 7 augustus van dit jaar is er op klaarlichte dag en voor de ogen van het publiek weer een tweelin…
23 oktober 2015