Een mangrove herbergt veel bijzonderheden. Het is zo’n extreem biotoop dat de planten er speciale aanpassingen voor moeten hebben om te kunnen overleven. Het water kan volledig uit zeewater bestaan, maar ook compleet zoet zijn. De bodem kan bestaan uit dikke modder, maar ook uit zand of zelfs koraalgruis. De bodem kan telkens omgewoeld worden door het water of de dieren, maar ook dichtslaan en stinkend en zuurstofloos zijn. Een mangrove kan bovendien geteisterd worden door een oceaanstorm, de zon brandt er genadeloos en het water stijgt soms tot in de boomkruinen.
Hoe overleven die planten dat? Neem nou Aegiceras corniculata, een mangroveboom die het bij ons al zestien jaar uitstekend doet in de mangrovehal. Er staan twee grote exemplaren naast het bruggetje na het afdak. Ze bloeien regelmatig met clusters van kleine witte bloemetjes die heerlijk ruiken. Daarna vormen zich in de uitgebloeide bloemetjes vruchten. Dat is normaal. Maar deze vruchten blijven lang zitten en groeien krom als een koeienhoren (‘corniculata’ betekent ‘gehorend’). Ze zijn echter maar een paar centimeter lang.
In de vrucht ontwikkelt zich al een klein, nieuw Aegicerasje. Die blijft verborgen totdat de kromme vrucht is afgevallen en ergens in de modder is terechtgekomen. Daar komt hij tevoorschijn en kan heel snel wortelen. Dat doen ze ook in onze mangrovehal en op veel plaatsen zie je dus spontane opslag. Een plant die zoiets doet, heet levendbarend en die heeft een voordeel in omgevingen waar kiemplanten makkelijk verloren gaan.
Als de plant in zout water op moet groeien, is dat een groot probleem. Zout droogt uit, onttrekt eigenlijk water aan de plant en de plant kan alleen maar zout water opnemen! De oplossing die sommige mangroveplanten hebben ontwikkeld, is de vorming van klieren in de bladeren die zout uit de plant kunnen verwijderen. Er ontstaat rond de klier dan een zoutkorstje dat met regen en wind weer kan afvallen. In zoet water zie je die korstjes dus niet ontstaan.
Omdat het in de modder tamelijk zuurstofarm is, hebben veel mangrovebomen kleine openingetjes in de stam en op de wortels die boven de modder uitsteken. Die heten officieel ‘lenticellen’ en zijn bij mangrovebomen meestal opvallend oranje. Bij laag water kunnen via die openingen gassen worden uitgewisseld met de omgeving en kunnen de wortels van binnenuit van zuurstof worden voorzien.
Dierverzorgers van Burgers’ Zoo rusten de Caribische zeekoeien tijdelijk uit met camera-tagtechnolog…
10 januari 2023
Blauwe morpho’s zijn prachtige verschijningen, die bij de meeste bezoekers een gevoel van verwonderi…
8 december 2022
Symbiose is een begrip uit de biologie. Voor de duidelijkheid gebruiken we hier de volgende definiti…
20 september 2022