Deze groenblijvende boom kan wel twintig meter hoog worden, maar vaak vind je kleinere varianten. Onze Kolanoot in de Bush is bijvoorbeeld slechts een meter of zes. Deze soort heeft donkergroene, ovale en glanzende bladeren en de bast is glad en grijsbruin. De bloemen van de Kolanoot zijn heel subtiel, slechts drie centimeter in doorsnede, wit, stervormig en met rode of paarse puntjes aan de uiteindes. De boom produceert eerst de mannelijke bloemen, gevolgd door meer hermafrodiete bloemen. Een stuk opvallender dan de bloeiwijzen zijn de kolanoten zelf, peulen die in groepjes van drie of vier stuks bij elkaar groeien. De peul met daarin de zaden is vaak gekromd, enigszins gebobbeld en de kleur verandert van groen, via geel, naar oranje en soms zelfs rood. De boom produceert zaden ongeveer vanaf zijn twaalfde levensjaar en hij kan zo’n 100 jaar oud worden.
De Kolanoot heeft een voorkeur voor vochtige zand-, leem- of kleigrond die goed doorlatend is. Hij vindt een schaduwrijke standplaats prettig en kan redelijk goed tegen een droog seizoen. Hij vormt wel een mooiere kroon en produceert meer vruchten als hij niet al te dichtbij andere bomen staat en enigszins vrij kan groeien. Hij gedijt niet goed bij temperaturen onder de dertien graden. Je vindt de bomen vooral in laagland, met een maximale hoogte van 300 meter.
In het wild worden diverse soorten kolanoten door de dieren in de Afrikaanse bossen gegeten. Van gorilla’s weten we bijvoorbeeld dat ze zich voeden met deze noten. De bomen van de Kolanoot zijn vaak niet zelf-bestuivend. Ze hebben andere bomen nodig om tot bestoven bloemen te komen. Er komen schijnbaar niet veel vliegende insecten op de vele bloemen af. Ze trekken geen bijen aan, maar wel af en toe vliegen of mieren. Omdat bestuiving met behulp van insecten niet heel productief is, besluiten kolanootboeren in Afrika vaak om de bloemen met de hand te bestuiven. Met een kwastje wordt dan van bloem tot bloem gegaan, om de felbegeerde noten te verkrijgen.
De Kolanoot is een bekende noot in Europa en de Verenigde Staten, want dit was ooit een bestanddeel van de Coca-Cola-frisdrank. Of het nog steeds een ingrediënt is van dit drankje is niet helemaal duidelijk. In Afrika, vóór het westerse gebruik van de noot, werd het ook door de inwoners van diverse Afrikaanse landen al gekauwd als verkwikker en om een hongergevoel te onderdrukken. Hij heeft een bittere smaak en bevat veel cafeïne. Als je hem vaak kauwt, krijg je duidelijk verkleurde tanden. De Kolanoot wordt ook gebruikt door mensen die lijden aan astma, omdat de cafeïne schijnbaar zorgt voor een opening van de luchtwegen.
Het is een nutsgewas en de IUCN heeft de kolanoot beschreven als een plant in de categorie ‘Minste Zorg’. Omdat hij op veel plekken wordt aangeplant vanwege de toepassingen van de vrucht én omdat het een boom is met een potentieel brede kroon die veel schaduw kan werpen, wordt de boom als zeer nuttig gezien. We hoeven ons op dit moment geen zorgen te maken over het voortbestaan van de Kolanoot.
We hebben een hele mooie Kolanoot staan bij het Colahuisje in het hart van de Bush, dichtbij de brug bij de bladsnijdermieren. De boom staat tussen het Colahuisje en de brug. Het is een aardige Kolanoot van zo’n zes meter hoog en je ziet hem regelmatig bloeien en vrucht dragen. De vruchten vallen goed op, want je ziet meerdere keren per jaar knaloranje peulen tussen het donkergroene blad hangen.