Kolenbranderschildpadden zijn reptielen en behoren tot de kleine zestig soorten landschildpadden op aarde. Schildpadden zijn gemakkelijk te herkennen aan hun beschermende pantser van bot en hoorn. Ook leggen alle schildpadden eieren en ze hebben geen tanden in hun bek.
In Burgers’ Zoo zijn de kolenbranderschildpadden de enige landschildpadden. Maar er leven wel meerdere soorten moerasschildpadden in de Bush en in de Mangrove.
Een verstopplek ergens op de grond van het regenwoud is voor kolenbranderschildpadden een belangrijk element. Daar rusten en slapen ze meer dan de helft van de dag. Vanuit die veilige plek ondernemen ze tevens hun zoektochten naar voedsel. Op een goede verstopplek kun je soms zelf meerdere van deze schildpadden naast elkaar vinden.
Schildpadden hebben een inwendige bevruchting, dus er vinden echte paringen plaats. Bij landschildpadden met hun koepelvormige pantser ziet zo’n paring wat onhandig uit. Het mannetje heeft echter in het buikgedeelte van de pantser een kuiltje. Zo past bij iets beter op het vrouwtje, dat een platte schild op de buik heeft. Aan de vorm van het buikschild kun je dus ook mannetje en vrouwtje uit elkaar kennen.
Kolenbranderschildpadden gebruiken als verstopplek graag een verlaten hol van een gordeldier of een rustplek van een agoeti (grote knaagdieren). Door hun pantser zijn ze in principe goed beschermd, maar jaguars kunnen met hun krachtige kaken zelfs schildpadden ‘openkraken’. Kolenbranderschildpadden staan dus af en toe op het menu van jaguars.
Deze schildpadden staan momenteel nog niet op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten. Dit ligt deels daaraan, dat ze heel lastig in de natuur zijn te bestuderen. Daarom weet niemand, hoeveel veel van deze schildpadden er nog zijn en hoe de populatie zich ontwikkelt. Wel is bekend, dat kolenbranderschildpadden als huisdier en als voedsel geëxporteerd. In de Europese Unie is het voor particulieren verboden om deze soort zonder speciale papieren te kopen of te huisvesten.
Soms komt een onvoorzichtige kolenbranderschildpad op haar rug terecht. Ze ziet er dan heel hulpeloos uit en de bezoekers alarmeren de dierverzorgers. Dat is echter niet echt nodig, want gelukkig kunnen kolenbranderschildpadden zich zelf weer omdraaien.
Kolenbranderschildpadden houden van warmte. Ze liggen daarom graag onder de infraroodstraler in hun verblijf. Deze golflengte van het licht van deze stralers is voor het menselijke oog niet zichtbaar, maar aan het gedrag van de schildpadden ziet men, dat ze echt werken! Van tijd tot tijd kunnen de kolenbranderschildpadden ook wel een bad waarderen.