Kleinklauwotters zijn de kleinste van de 13 soorten otters. Otters zijn kleine roofdieren en ze behoren tot de familie van de marters.
Kleinklauwotters zijn speelse, actieve en vrij luidruchtige dieren. Deze ottersoort kan maar liefst twaalf verschillende geluiden produceren en ze laten zich ook vaak horen! Omdat otters hun territorium markeren met ontlasting en afscheidingen uit geurklieren, kan men de aanwezigheid van de otters ook heel goed ruiken.
Otters voelen zich zowel aan het land als in het water thuis. De jongen worden echter altijd aan land geboren, in een goed beschermde hol. Pasgeboren otters zijn blind en hulpeloos. Pas op de leeftijd van ongeveer twee maanden verlaten ze hun geboortehol. Beide ouders dragen zorg voor de jongen.
De kleinklauwotter komt in tal van leefgebieden voor, zoals langs rivieren in regenwouden, bij moerassen en in mangrovegebieden. In sommige regio’s hebben ze zich zelfs aangepast aan de nabijheid van mensen. Ze leven nu soms naast rijstvelden. Otters voeden zich met vissen, kreeftjes en insecten in de natte rijstvelden en ze voorkomen zo dat sommige dieren in de ‘rijstpaddies’ een plaag worden. Daar zijn de rijstboeren blij mee; maar dat de otters bij het zoeken naar voedsel ook wel eens hun rijstplantjes vernielen, is wat minder.
Er wordt gelukkig niet veel gejaagd op deze otters. Omdat de wilde natuur in Azië echter over het algemeen onder druk staat, neemt ook de populatie van deze soort af. Daarom wordt ze inmiddels door natuurbeschermers als kwetsbaar beschouwd. In dierentuinen worden kleinklauwotters vaak gehuisvest en planten ze zich gemakkelijk voort.
In Burgers’ Zoo bewonen de kleinklauwotters een verblijf in het Aziatisch gedeelte van de Bush. Wie langs hun verblijf loopt, zal vaak de typerende muskuslucht van deze diertjes waarnemen. Zoals in de natuur vormt ook bij onze otters in de Bush en ouderpaartje de basis van een familiegroep.
De otters worden drie keer per dag gevoerd, meestal staan rundvleesstukjes of stukjes paardenvlees op het menu. Ook krijgen ze soms kreeft; daar zijn ze vrij intensief mee bezig voordat ze het lekkere kreeftenvlees van de schalen hebben ontdaan. Op die manier kun je bij dieren verveling voorkomen.
De jachtinstinct is bij kleinklauwotters aangeboren; dus ook al krijgen otters voldoende van de verzorgers te eten, de vrij vliegende vogels in Bush kunnen beter een beetje uitkijken voordat ze in het otterverblijf landen. Want de otters zien er gezellig uit, maar het blijven roofdiertjes!